“Bij Ploeger staat de klant centraal”
Nichemarkten zijn het terrein van Ploeger. De hoofdvestiging van Ploeger situeert zich in Roosendaal (Noord-Brabant) en deze fabrikant ziet groeimogelijkheden in de applicatie machinewereld en wil investeren. Ploeger komt in 2017 op de markt met een zelfrijder voor vloeibare, vaste mest, vinasse, kunstmest en kalk.
Ploeger start met een driewieler, maar later zullen ook modellen in zwaardere vermogens leverbaar zijn. De focus van Ploeger bij de ontwikkeling van deze machine ligt o.a. op de mechanische aandrijving, 4-wiel aandrijving, eenvoudige bediening, goede service, goed bereikbare onderdelen, ongecompliceerd van opzet, comfortabel, robuust en niet te zwaar.
De applicatiemachines sluiten goed aan bij de producten die de Ploeger-groep wereldwijd bouwt en verkoopt. Erwten-, en bonenplukkers, spinaziemaaiers, zelfrijdende aardappelrooiers, bandharken of mergers, maïskolvenplukkers, dumpcarts, maar ook bessenplukkers worden ontwikkeld en gebouwd in de vestigingen van Ploeger in Groot-Brittannië, Frankrijk, de Verenigde Staten en Nederland. De AT (application terra) wordt in Nederland ontwikkeld en gebouwd. De Loonwerker trok naar Roosendaal en sprak er met Dorus van Esch (product sales manager application equipment).
Wie is Dorus van Esch?
“Ik ben 52 jaar en heb gestudeerd aan de agrarische school in Den Bosch. Mijn arbeidscarrière startte 28 jaar geleden bij Gerrit Kurstjens. Vervolgens was ik tot ongeveer een half jaar geleden werkzaam bij Agco (Challenger) in Grubbenvorst waar ik veel ervaring opdeed in het bouwen van applicatiemachines, zelfrijdende mestrijders en kunstmeststrooiers. Twee jaar geleden ben ik bij Agco van baan veranderd en heb grote internationale klanten van Massey Ferguson, Fendt, Valtra en Challenger bezocht. In februari heb ik de beslissing genomen om bij Ploeger te gaan werken.”
Onder de Ploeger-groep vallen een viertal merken. Wat is de grootste divisie?
“Ploeger heeft een viertal productielocaties, namelijk Oxbo in de Verenigde Staten, Bourgoin in Frankrijk (Bournezeau), Ploeger in Nederland (Roosendaal) en PMC in Groot-Brittannië (Fakenham). Het overgrote deel van de omzet wordt behaald in Noord-Amerika. In een drietal verschillende vestigingen in de Verenigde Staten worden bessen- en druivenoogstmachines, erwtendorsers en maïskolvenplukmachines gefabriceerd. Bijna allemaal speciale zelfrijdende voertuigen gerelateerd aan de oogst van groentes, fruit en aardappelen. Dezelfde productielijnen bevinden zich ook in Europa. In Groot-Brittannië worden erwtendorsers, bonenplukmachines, spinaziemaaiers, bunker- en wagenrooiers en detasselers (dat zijn ontkopper-sterilisatie machines voor de hybride maïsproductie) gebouwd. De maïspluim wordt uit de plant gesneden. Deze detasselers worden door Bourgoin voor de Europese markt en bij PMC in Engeland voor de Amerikaanse markt gebouwd.”
Wat zijn de grootste exportlanden?
“Ploeger verkoopt in 40 verschillende landen. De grootste exportlanden zijn Frankrijk, Duitsland, Engeland en de Benelux. Steeds meer machines gaan richting centraal Europa, naar China, Brazilië en Amerika. Waar in de wereld erwten, bonen, zoete maïs of maïszaad worden geteeld, is Ploeger met zijn machines aanwezig. De aardappelenmarkt is een kleinere markt wat zich voornamelijk afspeelt in Frankrijk, Benelux, Duitsland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.”
Is Ploeger nog steeds een familiebedrijf?
“Na de fusie van Ploeger met Oxbo is de groep groter geworden. Er is een raad van bestuur opgericht waar externe investeerders ook deel van uitmaken. Voorzitter Ad Ploeger is de zoon van oprichter Gerrit Ploeger die in 1959 met de firma is gestart. Bij de totale Ploeger-groep werken 700 mensen met een totale omzet van 180 miljoen euro. In Roosendaal bevindt zich de hoofdvestiging. Iedere vestiging heeft zijn specialisatie. De kennis is daar het hoogst en blijft daar. In de Verenigde Staten zijn een drietal productielocaties, namelijk in Wisconsin (Clear Lake), in New York (Byron) en in Washington (Lynden). Daarnaast is er de fabriek van PMC in de UK en Bourgoin in Frankrijk en Ploeger heeft nog een joint venture in Brazilië waar koffieplukmachines worden gebouwd.”
Komen er wereldwijd veel nieuwe groentes op de markt?
“Nee, dat niet. Wel zie je een verandering, de bessenteelt bijvoorbeeld. Een aantal jaren geleden werd de oogst voornamelijk handmatig gedaan. Maar dat gebeurt nu steeds meer mechanisch. De oppervlaktes waar gewassen worden geteeld, worden groter en er is veel vraag naar mechanisch oogsten. De groenteteelt is behoorlijk arbeidsintensief. Vanuit de gehele wereld komen klantenvragen omtrent het zoeken naar een mechanische oplossing voor het oogsten ervan. Ploeger zoekt naar een oplossing en ontwikkelt een machine. De koffiebonenplukmachine is bijvoorbeeld vrij nieuw in ons gamma.”
Komen er in de toekomst autonome oogstmachines?
“Ik geloof niet in autonome oogstmachines. Er zal altijd iemand erbij moeten blijven, omdat er tijdens de oogst geen gekke dingen mogen gebeuren. Ik denk dat de trend meer zal zijn: GPS- besturing. Dat zet zich door, net als automatisering. De hygiëne in en rondom de machines bij de oogst is en wordt steeds belangrijker. De consument verlangt steeds meer info over het product. De volgende stap is het kateren, documenteren, analyseren. Dat is nog een hele opgave.”
Waarom gaat Ploeger een applicatiemachine bouwen?
“Ploeger is een fabrikant van speciale oogstmachines. Ploeger focust zich op nichemarkten waarbij de relatie tussen klant en fabrikant heel belangrijk is. De productontwikkeling houdt sterk rekening met de wensen van de individuele klant. Sinds Ploeger en Oxbo in 2013 gefuseerd zijn, heeft het bedrijf een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Er is een grotere groep ontstaan die wil groeien. Ploeger ziet in de applicatietechniek een nichemarkt die past binnen deze strategie. De productielijnen zijn in Roosendaal aanwezig en de periode dat applicatiemachines gebouwd worden past precies. Gebaseerd op een marktonderzoek welke Ploeger heeft uitgevoerd ziet het bedrijf marktpotentie. Daarnaast is een grote speler (Agco) in die hoek weggevallen en na veel reacties vanuit de markt denkt Ploeger in dat gat te kunnen springen. Ook denkt Ploeger dat het past binnen de productlijn en denkt dat het in staat is om deze applicatiemachines te gaan bouwen.”
Ploeger is toch een groentespecialist. En dan nu mestmachines?
“We praten hier over een applicatiemachine en breder, dus niet enkel en alleen over een mestinjecteur. We gaan een machine bouwen die kan bemesten, maar ook kunstmest en compost kan strooien. Dus een veel bredere range. De grote akkerbouwer en loonwerkers zijn onze doelgroepen. Het is deels een andere tak dan waar Ploeger zich nu in beweegt. Maar de benadering zal precies hetzelfde zijn. Dus direct contact met de eindgebruiker (niet via een dealernetwerk) en directe service verlenen. Want er moet altijd een directe link zijn tussen de eindgebruiker en de fabriek, ondersteunt door een serviceagent.”
Hoe gaat de Ploeger Applicatie Terra machine er uit zien?
“Alle machines van de merken van Ploeger, Oxbo, Bourgoin en PMC krijgen in 2017 dezelfde uitstraling en worden van een geheel nieuwe groen-gele kleurstelling voorzien en dus ook deze nieuwe machine. De specifieke merken blijven echter bestaan. De machine zal in Engeland door PMC verkocht en geserviced worden. De AT wordt geleverd met dezelfde cabine en dezelfde motor en is voorzien van diverse bekende Ploeger-componenten (denk aan koeling, hydrauliek, software,…). Verder worden alle andere componenten door Ploeger gebouwd. Het applicatieteam bestaat uit medewerkers die ervaring hebben in het bouwen van dit soort machines. In 2017 starten we met het testen van de driewieler, in de tweede helft van het jaar zal deze in de verkoop komen. Vervolgens komt een vijfwieler en in een later stadium zullen verschillende motorvermogens worden geleverd. De eerste machine zal een compost meststrooier worden, vervolgens een kunstmeststrooier. Het chassis is voor meerdere doeleinden geschikt. Een mestmachine moet je anders bouwen. De basis blijft hetzelfde.”
Wordt het een lichte of zware machine?
“Minimale bodemdruk is een belangrijk speerpunt. Uiteraard houden wij het gewicht van de machine nauwlettend in de gaten. Binnenkort wordt een nieuwe bandenmaat op de markt geïntroduceerd en wij gaan deze monteren. Een band geschikt voor iedere bodemsoort om zo min mogelijk insporing te maken. Hoe groot moet het tankvolume zijn? Een tankvolume van maximaal 16 m³ wordt door de klanten geaccepteerd. Veel groter en zwaarder is onnodig. Maximaal met drie grote wielen en polyester tank om zoveel mogelijk gewicht te sparen. Om toch balans te vinden tussen inhoud, gewicht en bodemdruk.”
Wordt het een harde strijd tussen Vervaet, Vredo en Holmer en Ploeger?
“Ik denk dat het een gezonde concurrentie is. Ploeger is een internationaal bedrijf en bekijkt het als een internationaal perspectief en niet vanuit de Nederlandse markt. We bouwen een machine die wereldwijd interessant is. Op het gebied van mestverwerking zijn er een aantal fabrikanten. Op het gebied van kustmest en vloeibare mest zijn er veel meer. Ploeger heeft wereldwijd een distributiemarkt. In alle Europese landen en in veel landen wereldwijd waar gemechaniseerde landbouw zit, hebben wij structuur waarbij wij machines weg kunnen zetten”.
Wat is jullie grootste uitdaging in de nabije toekomst?
“Zo snel mogelijk een goede productlijn op de markt brengen. In 2018 willen wij vol produceren, deze verder ontwikkelen en wereldwijd verkopen.”
Dit artikel verscheen in De Loonwerker 11/2016. Nog geen abonnement? Surf snel naar de agroshop!