“Tevreden zijn met wat we mogen doen.”
Bij Van Dyck in Nijlen ronden ze het veldwerk voor dit jaar stil aan af. De oogst was er zo één waar je op voorhand voor tekent. Wat het weer betreft kon 2015 haast niet beter en zonniger. Het economisch klimaat bij de boeren daarentegen is iets minder rooskleurig. De loonwerker geeft toch toe een voorzichtige houding aan te nemen wat investeringen betreft.
“Drie generaties lang handel”
Landbouwer August Van Dyck uit Nijlen kocht zijn eerste Dieselross met zijwaartse maaibalk in 1959. Redelijk snel daarna volgde een Jones-pers met Petter-hulpmotor voor extra vermogen. Stilletjes groeide het bedrijfje zodat het werk op de eigen boerderij bleef liggen. Samen met zijn zoontje Marcel reed August naar firma Luyckx in Brecht voor de aankoop van een kraantje.
Terwijl beide zaakvoerders de verkoop afrondden, speelden hun kinderen samen. Zoveel jaren later zijn ze nog steeds klant bij de Hitachi-invoerder. Nu zit Marcel daar samen met zijn zoon Bart aan de onderhandelingstafel met zijn vroegere speelkameraadje. Deze families handelen dus drie generaties lang met elkaar. Elke keer wanneer ze in Brecht bij de dealer komen wordt dit verhaal terug opgerakeld.
“Minder tijdsdruk vroeger”
Maïs hakselden ze in de Kempen vanaf ’65, weliswaar een maatje grover met de klepelmaaier. Op de eerste zelfrijder was het wachten tot 1974. Marcel nam speciaal verlof tijdens zijn legerdienst om thuis te helpen. Die hulp was meer dan welkom want het was een extreem nat jaar. Soldaat Van Dyck was meteen gebeten door de loonwerkmicrobe. Samen met zijn schoonbroer Jacques Truyts nam hij de zaak drie jaar later over. Marcel spitste zich toe op het agrarische, Jacques bouwde de grondwerken verder uit. Een mooie tijd herinnert Marcel zich. “Van tijdsdruk was er nauwelijks sprake. Mijn vrouw Godelieve deed de kinderen naar school waarna we samen op pad gingen om te hakselen. Zelf mijn zus Rosa reed mee met de kar. Ondertussen zijn we één generatie ouder en is loonwerk een race tegen de tijd.” In 2009 splitste het bedrijf zijn twee takken op. Bart Van Dyck werd de nieuwe chef-loonwerk terwijl zijn neef Geert Truyts zaakvoerder werd van grondwerkbedrijf AGT. Beide heren werken nog steeds samen. Bart heeft een trekker met Joskin-dumper die helemaal in regel is voor het transport van grond.
Eén Lamborghini in huis
Van Dyck kan ongetwijfeld heel wat mannen jaloers maken als ze zeggen dat ze er een Lamborghini in de garage staat. De R6.160 is eigenlijk een Deutz-Fahr M620 maar dan in een ander jasje en ook de Same Iron 120 is een rode Deutz. De andere drie hebben wel de originele Fahr-kleuren. De loonwerker heeft nog twee Fendt en vier Same-trekkers. Marcel reed een groot deel van zijn carrière met Same. Toen daar elektronica op kwam is hij even overgestapt naar Fendt tot Same en Deutz verbroederden. De firma rijdt met werkpaarden tussen de 90 en 260 pk waar ze ongeveer 12 à 14.000 uren mee toeren. Momenteel zijn ze volop bezig met verjonging. Tijdens de maïscampagne werd er nog geïnvesteerd in jonge demo 6.190 van Deutz-Fahr. “We hebben lang getwijfeld. Als het nu goed ging bij de boeren was die knoop veel sneller doorgehakt. Sewwes moeten we ook nog 60 à 70.000 liter mazout betalen aan onze brandstofleverancier.” Herstellingen en onderhoud gebeuren grotendeels in eigen beheer. Bang om een tractor open te gooien hebben ze niet in Nijlen, zolang ze maar weten waar ze moeten zoeken. Alleen als er zich elektronische problemen voordoen zijn ze aangewezen op de garage.
Meer lezen over onze loonwerker in beeld? Neem dan snel een abonnement op De Loonwerker!
Tekst en beeld: Tom Govaerts