“MOOIE COMBINATIE EN WISSELWERKING TUSSEN LOONWERK EN TRANSPORT”
Op Pinkstermaandag regende het nog eens. In plaats van uit te slapen na de voorjaarsgekte, maakte Frederik Mercy tijd voor een babbel met De Loonwerker. Op korte tijd zette hij zijn loonbedrijf op de kaart in het Meetjesland en rijdt zijn transportvloot nationaal. De jonge ondernemer zat niet stil en heeft voor de volgende jaren zijn visie reeds uitgestippeld.
Moeizame start
Frederik Mercy studeerde in 2005 af op de landbouwschool met het idee thuis in het landbouwbedrijf te stappen. Zijn ouders melken 40 koeien en verzorgen 250 zeugen met bijhorende vleesvarkens. Aangezien de vlees- en melkprijzen kelderden en de grootouders nog actief meehielpen, stuurde vader Mercy aan dat Frederik buitenshuis zou werken. De schoolverlater werd metserdiender en spaarde zijn verlof om mee te rijden bij de loonwerker. Mercy merkte dat er weinig grondkarren waren in de aannemerij en kocht zich in 2008 een Fendt 820 met KVH-tandemdumper. “Het werd geen onverdeeld succes. Ik had weinig werk en ging beton gieten en polieren om mijn tractor verder af te betalen. Het geluk was dat ik op deze manier veel aannemers leerde kennen. Toen ik vertelde dat ik zelf over een grondkar beschikte, ging de bal aan het rollen.” In 2009 nam Frederik zijn eerste chauffeur in dienst die hij op de tractor van zijn ouders parkeerde met een gehuurde kar.
Vrachtwagens logische volgende stap
De havenuitbreiding in Doel legde Mercy geen windeieren. Drie jaar lang zat hij daar met acht à negen combinaties in opdracht van een grote aannemer. Op korte tijd had hij zich daar bewezen en dat was ook andere bedrijven opgevallen. In 2013 had de ondernemer acht 3-assers en twee tandems bollen. Tijd voor de volgende fase moet Frederic gedacht hebben, want de aankoop van vrachtwagens met opleggers werd een succes. Vandaag telt de vloot elf stuks. Zes M.A.N.’s gebruikt hij voor het ruwere werk op de werven, vier Volvo’s zet hij in voor baanvervoer en zandtransport. Mercy vervoert eveneens stalmest en dikke fractie, in de winter zorgen bieten voor afwisseling. De elfde is een Ginaf die sinds kort mee ingeschakeld wordt in de landbouw, de grondbak maakt dan plaats voor een Joskin-silagebak.
Frederik rijdt veel in opdracht voor grote aannemers. Zelf heeft hij wel een banden- en rupskraan van JCB voor totaalprojecten die hij zelf aanpakt. Maar de focus ligt op transport, niet in graaf- en afbraakwerken.
Hakselen was niet de bedoeling
In Sint-Laureins zijn ze blijven investeren in landbouw, weliswaar matiger dan in de transporttak. De mestwagen was zijn eerste aankoop, voor het injecteren leende hij de Dezwaef van zijn vader. Ondertussen heeft hij een Dezeure Bronto voor het bemesten van gras- en bouwland. Met een 3-asser van Dezwaef en Dezeure voeren ze aan en spreiden ze open. Ondertussen vervolledigde een Amazone maisplanter en Pöttinger-dubbeldoelwagen het lijstje. Het enige wat daarop ontbrak was hakselen. “Een bewuste keuze. Omdat we zwaar geïnvesteerd hadden in transport, wilde ik die activiteiten niet verwaarlozen.” Een telefoontje van een collega-loonwerker die zich in het mestgebeuren wou specialiseren en het kneuzen wilde afstoten, deed hem twijfelen. Het waren zijn pa en meestergast die hem uiteindelijk over de streep trokken. Frederik nam begin 2017 een Claas Jaguar 960 over samen met een stel rupsen en twee silagewagens van Dewa en Record. Die laatste twee ruilde hij meteen in voor twee grote Dezeures.
Opraapwagen te kort
Mercy heeft net zijn tweede voorjaar achter de rug, en het landbouwloonwerk zit alleszins in stijgende lijn ten opzichte van vorig jaar. Om de vraag in het gras bij te houden komt er ooit een tweede opraapwagen bij zodat er twee evenwaardige ploegen ontstaan voor de grasoogst. “We verkiezen een kleiner model zoals onze huidige dubbeldoelwagen, dus niet de grootste tandem. We hebben enkele kleinere klanten waar we nood hebben aan een wendbare wagen. Bovendien zijn we echt tevreden over de Pöttinger. Het zijn luxe opraapwagens waar weinig stuk aan gaat.”
Veel steun gehad
In Sint-Laureins beschikken ze over elf trekkers en het zijn bijna allemaal Fendt’s. Aleen de laatste die in april het team vervoegde is een vreemde eend, een New Holland T7.315 HD. “Omdat we zowel met de Fendt-dealer als de lokale NH-verdeler goede contacten hebben, wilden we deze laatste ook iets gunnen. Aangezien onze chauffeurs vooral naar de Fendt-trekkers grijpen, moest het wel een stoer en apart model zijn. We zijn een relatief jong bedrijf en zijn blij dat de dealers in ons geloven. We moeten ons dagelijks bewijzen, dat kan alleen als we een goede achterban hebben. We werken samen met enkele leveranciers waar we 24 uur op 24 uur terecht kunnen. Als we pannes hebben, gebeurt het dat we in tussentijd een demomachine meekrijgen.” Frederik is zijn vader ook dankbaar, die heeft hem veel geholpen terwijl hij zelf veel werk had op zijn boerderij.
Drie jaar omnium
Mercy zet jaarlijks 2.000 draaiuren op de tellers en de vaste mekanieker zorgt dat ze die zonder al te veel kleerscheuren halen. Tractors worden ingeruild wanneer er veel kosten aankomen. De 924 is een pareltje met 15.000 uren waar nog niets aan haperde. Op korte termijn bestelde Frederik vijf nieuwe 826. “Het zijn machtige en wendbare trekkers die perfect op 2,55 spoorbreedte kunnen. We kiezen standaard voor drie jaar omniumverzekering en een afschrijving op vijf jaar. Zo beperken we de risico’s. Het blijven machines, daarmee weet je nooit. Een jong machinepark betekent minder breuken, zodat we onze afspraken tijdig kunnen nakomen. In de transportsector helpen collega’s elkaar als ze pech hebben, in de landbouw gebeurt dat veel minder.”
Geluk met chauffeurs
Zijn eerste machinist werkt nog steeds op het bedrijf en groeide ondertussen door tot meestergast en onmisbare factor in het bedrijf. Hij onderhoudt het hele machinepark en neemt het voortouw in het landbouwgebeuren. Toen hij zijn Fendt 930 moest inruilen voor een ‘kleinere’ 826, was dat met een bang hartje. Daarom werd het een Black Beauty full option. “We kijken niet alleen als ondernemer, maar ook met passie en houden rekening met de wensen van het personeel. Anders mochten het gerust minder toeters en bellen zijn. Iedere chauffeur heeft zijn vaste jonge machine. Dat is een aantrekkingspool voor nieuwe mensen. Werknemers die van afwisseling houden, worden tijdens het voor- en najaar mee ingeschakeld in het landbouwwerk. Een interimmer neemt dan plaats achter het stuur van één van onze vrachtwagens of dumper-combinaties. Verder maken ze lange dagen tijdens de gras- en maiscampagne, maar zelden rijden we dag en nacht om ongelukken te vermijden. We zijn bijzonder fier op ons team en de inzet die ze tonen.”
Verhuis naar industriepark
Onlangs investeerden Frederik en Nathalie in een stukje industriegrond, op 500 meter van de huidige locatie komt een nieuw bedrijventerrein. Er komt een werkplaats met hangar, refter en bureau. Graag had Mercy ook een openfrontloods zodat alles onderdak heeft. Alles wat met transport te maken heeft, verhuist naar daar. De loonwerkmachines blijven op de boerderij van zijn ouders staan. De volgende jaren richt het toekomstige bruidspaar zich vooral op dit project waardoor de uitbreiding van het machinepark even achteruit schuift.
Frederik ziet in de toekomst meer vrachtwagens op het bedrijf ten koste van het aantal trekkers met gronddumper, dat zijn er nu nog tien. De verbruikerskost en bandenslijtage ligt een stuk lager bij vrachtwagens. Bovendien wil Mercy ook groeien in mesttransport over langere afstand. Aangezien ze veel werk hebben met twee mestwagens, ook hier broedt hij op iets speciaals. Maar dat zal dus nog enkele jaren duren.
Uitdaging opzoeken
De loonwerker volgt het bouwverlof. Jaarlijks proberen ze een pauze in te lassen na de voorjaarsdrukte en voor de nieuwe drukte die er aan komt met het bemesten van de tarwestoppel gevolgd door het maisseizoen. Dit doen ze door er een weekje op uit te trekken met het gezin en enkele bevriende koppels. Het zijn echte avonturiers die zot zijn van jetskiën en quad-rijden. De vooruitzichten zijn alleszins veelbelovend met de grote vakantie in het vooruitzicht.
Bedrijfsprofiel
Het Oost-Vlaamse Sint-Laureins is de thuishaven van Loon- en transportbedrijf Mercy bvba.
Frederik Mercy (30) en Nathalie De Roo (28) zijn een geoliede machine die meer dan hun handen vol hebben met de dagelijkse leiding van het bedrijf. Ze zetten negentien werknemers aan het werk die aangevuld worden met seizoenarbeiders op piekmomenten. Aangezien ze vlakbij de Nederlandse grens zitten, zijn ze regelmatig actief bij onze noorderburen. In het grondverzet meer dan in de landbouw.De jonge onderneming kleurt het Meetjesland. Zowel de gronddumpers, aaltonnen en silagewagens kregen een Fendt-jasje wat mooi matcht bij de trekkers. Die zijn trouwens allemaal voorzien van een ‘Mercy’-zonneband. De vrachtwagens leveren ze in het rood.
Telefoons komen binnen bij Frederik, hij maakt de planning die Nathalie doorspeelt aan het personeel. Zij heeft haar job als verpleegster opgezegd omdat de administratie niet meer bij te houden was. Mercy gaat vaak de baan op voor het maken van offertes. Tijd om tractor te rijden wordt alsmaar schaarser. Zowel kleine als grote boeren worden over dezelfde kam geschoren. Het Mercy-team wringt zich in bochten om gemaakte afspraken na te komen.
Begin september stappen Frederik en Nathalie in het huwelijksbootje. Grote broer Jules (4) zal samen met kleine zus Camille (1) de rol van bruidskindjes vertolken.
Tekst en beeld: Tom Govaerts