Na een normale winter zijn de meeste groenbemesters gereduceerd tot een platte massa stengels die gemakkelijk onder te werken zijn.Dit jaar hebben we echter geen normale winter gekregen, en bij gebrek aan vriestemperaturen staan er nog vele velden vol frisgroene vanggewassen. Het goed onderwerken van deze planten gaat een zware klus zijn.
Belangrijk bij het onderwerken van groenbemesting is dat de planten verkleind worden en gemengd in de bovenste grondlaag. Op deze manier kunnen ze afbreken en hun opgeslagen mineralen en koolstof vrijgeven. Bij het mengen moet ervoor gezorgd worden dat de plantenresten nog voldoende lucht en vocht krijgen zodat het verrottingsproces snel intreedt. Om die goeie menging te bereiken is het terug aandrukken van de grond belangrijk opdat grond, plantenresten, lucht en vocht goed met elkaar in contact komen.Wat is nu de beste techniek?
Er worden verschillende technieken toegepast om groenbemester onder te werken. Maaien met klepel- of rotatieve maaier, cultivator of schijveneg of direct ploegen zijn allemaal goede technieken op zichzelf, maar hebben elk hun voor- en nadelen. Een belangrijk uitgangspunt in verband met de toegepaste techniek is eerst kijken welke machines op het erf voorhanden zijn.
In dit artikel gaan we de meest gangbare manieren naar voor schuiven, met hun voor- en nadelen.
Maaien
Maaien kan met een klepelmaaier of rotatieve maaier van het type weidebloter. Een klepelmaaier verdient de voorkeur omdat het gewas goed kapot geslagen wordt en verspreid wordt over de hele werkbreedte. Het gemaaide gewas blijft wel als een dik deken op de grond liggen en is niet gemengd. Een tweede bewerking is nodig.
“Bij het onderwerken van geklepeld gewas moet erop gelet worden dat de plantenresten geen dikke storende laag vormen op de ploegzool. Wij raden aan om voor het ploegen eerst nog een cultivator te gebruiken, en de grond zeker een week te laten liggen na het cultiveren”, vertelt Bert van der Horst van Kverneland ons.
De mate van verkleining hangt af van het soort klepels dat op de klepelas gemonteerd is. Ook kan er in de kap van de maaier een tegenmes gemonteerd worden, zodat het gewas nog kleiner gesneden wordt.
Bij het maaien wordt het trekkervermogen vooral gebruikt om het gewas te verkleinen, de benodigde trekkracht is minimaal, zelfs in nattere omstandigheden.
Bij het gebruiken van een rotatieve maaier moet erop gelet worden dat de plantenresten mooi verspreid worden over de ganse werkbreedte. Een rotatieve maaier heeft al eens de neiging om wallen gemaaid product op te bouwen.
Schijveneggen en cultivators
Het grote voordeel aan een schijveneg is dat de gewasresten gesneden en gemengd worden. Het plantenmateriaal wordt gemengd in de bovenste grondlaag en kan verrotten voor het ondergeploegd wordt. Afhankelijk van de instelling bedraagt de werkdiepte 5 tot 10 cm en het is in die laag dat de eerste vertering plaatsvindt. Een storende laag plantenresten op de ploegzool wordt dus vermeden.
“Bij de omstandigheden zoals we die dit jaar kennen, is het van belang dat het gewas niet alleen onder maar ook tussen de schijven kan passeren. Door twee schijven per steunarm te monteren voorkomen we dat de schijveneg volloopt bij veel gewasresten”, zegt Herman Hubau van Horsch. “Ook het nadien terug goed aandrukken van de losgewerkte grond is belangrijk, opdat grond, water en lucht de verrotting van de groenbemester bespoedingen.”
Bij het gebruik van een cultivator wordt de groenbemester niet gesneden. Hierdoor kan er al snel een verstopping ontstaan. De cultivator uitvoeren met snijschijven voor de eerste rij tanden is hier een oplossing. Maar hierdoor wordt de machine opmerkelijk langer en zwaarder. Ook de benodigde trekkracht is hoger bij een cultivator dan bij een schijveneg. Verder kent de cultivator dezelfde voordelen als een schijveneg.
Het opnieuw aandrukken na de bewerking gebeurt door een nalooprol. Meestal hebben de fabrikanten meerdere types nalooprollen waaruit kan gekozen worden, afhankelijk van de grondsoort die moet bewerkt worden.
Hier geldt dezelfde regel als bij de minimale grondbewerking, namelijk wat losgemaakt is, moet terug aangedrukt worden. Bij ringwalsen, zoals bijvoorbeeld de Horsch RollFlex of de Actiring van Kverneland, wordt de grond in stroken aangedrukt. Zo krijgt regen de kans om vertraagd door te dringen in de grond en wordt voorkomen dat er te veel leemdeeltjes uitspoelen en in diepere lagen een ondoordringbare laag gaan vormen.
Ploegen en spitten
Wanneer na een strenge winter de groenbemester gereduceerd is tot een een quasi-verteerd gewas, kan men rechtstreeks ploegen. Indien het gewas nog rechtstaat is dit minder gemakkelijk. Een mogelijke oplossing is dan het monteren van een sleepkettingsysteem in de fronthef, zodat de planten al tegen de grond gedwongen worden, maar zelfs dan is het moeilijk ploegen. Bij het onderploegen moet ook goed opgelet worden dat er geen dikke laag groenbemester gevormd wordt op de ploegzool.
Ploegen vormt geen probleem wanneer er eerst met een schijveneg of cultivator doorheen het gewas is gereden.
Spitten bij niet verkleind gewas wordt afgeraden omdat een spitmachine niet snijdt. “Bij verkleind gewas wordt dit door de spitmachine mooi ondergewerkt over de gehele werkdiepte. Hierdoor worden bij vertering de mineralen vrijgegeven in de hele wortelzone. Na één passage met de spitmachine ligt de grond ook meestal zaai- of plantklaar”, volgens Bas Rompelberg van Imants.
Een gangbare combinatie is een klepelmaaier voorop de trekker, met achteraan de spitmachine. Zo wordt de groenbemester verkleind, ondergewerkt en de grond klaargelegd in slechts één werkgang.
Bij het ploegen kan er ook gebruikgemaakt worden van een klepelmaaier voorop, maar deze moet dan zowel links als rechts in verstek kunnen werken waardoor telkens de ploegbreedte wordt gemaaid.
Speciale machines
Behalve de gekende machines zijn er nog speciale toepassingen of constructies die ook kunnen gebruikt worden bij het verkleinen van groenbemester. Zo heeft de firma Evers bijvoorbeeld de maïsstoppelkneuzer Furioso, die is opgebouwd uit twee rollen van verschillende diameter. Op de omtrek van deze rollen zijn hoekijzers gemonteerd die gewasresten snijden. Door de verschillende diameter van de rollen hebben ze elk een andere omtreksnelheid en lopen ze niet in elkaars spoor. Omdat de rollen op de grond lopen worden het gewas platgedrukt en gesneden. Nadien is wel nog een lichte grondbewerking nodig. De Furioso in de fronthef en een cultivator of schijveneg in de lift achteraan zorgt voor een degelijke bewerking in één werkgang. Grote voordelen van werktuigen zoals de Furioso zijn de hoge werksnelheid, geringe slijtage en het lage dieselverbruik. Ook andere systemen met rollen kunnen gebruikt worden. Een packerrol in de fronthef en een cultivator achteraan werkt ook goed.
Het is duidelijk dat er verschillende mogelijkheden zijn om groenbemesters optimaal te gaan onderwerken. Daarom is de eerste stap kijken welke machines er voorhanden zijn op het erf. Bij aankoop van een nieuwe machine kan er rekening gehouden worden met het gegeven groenbemester. Machines zoals een schijveneg en cultivator kunnen niet alleen ingezet worden voor het onderwerken van de groenbemesting, maar tevens bij het inzaaien van vanggewassen en groenbemesters bij oppervlakkige stoppelbewerking.
Het onderwerken van groenbemesting
Tekst: Antoon Vanderstraeten
Beeld: Fabrikanten
Na een normale winter zijn de meeste groenbemesters gereduceerd tot een platte massa stengels die gemakkelijk onder te werken zijn.
Dit jaar hebben we echter geen normale winter gekregen, en bij gebrek aan vriestemperaturen staan er nog vele velden vol frisgroene vanggewassen. Het goed onderwerken van deze planten gaat een zware klus zijn.
Belangrijk bij het onderwerken van groenbemesting is dat de planten verkleind worden en gemengd in de bovenste grondlaag. Op deze manier kunnen ze afbreken en hun opgeslagen mineralen en koolstof vrijgeven. Bij het mengen moet ervoor gezorgd worden dat de plantenresten nog voldoende lucht en vocht krijgen zodat het verrottingsproces snel intreedt. Om die goeie menging te bereiken is het terug aandrukken van de grond belangrijk opdat grond, plantenresten, lucht en vocht goed met elkaar in contact komen.
Wat is nu de beste techniek?
Er worden verschillende technieken toegepast om groenbemester onder te werken. Maaien met klepel- of rotatieve maaier, cultivator of schijveneg of direct ploegen zijn allemaal goede technieken op zichzelf, maar hebben elk hun voor- en nadelen. Een belangrijk uitgangspunt in verband met de toegepaste techniek is eerst kijken welke machines op het erf voorhanden zijn.
In dit artikel gaan we de meest gangbare manieren naar voor schuiven, met hun voor- en nadelen.
Maaien
Maaien kan met een klepelmaaier of rotatieve maaier van het type weidebloter. Een klepelmaaier verdient de voorkeur omdat het gewas goed kapot geslagen wordt en verspreid wordt over de hele werkbreedte. Het gemaaide gewas blijft wel als een dik deken op de grond liggen en is niet gemengd. Een tweede bewerking is nodig.
“Bij het onderwerken van geklepeld gewas moet erop gelet worden dat de plantenresten geen dikke storende laag vormen op de ploegzool. Wij raden aan om voor het ploegen eerst nog een cultivator te gebruiken, en de grond zeker een week te laten liggen na het cultiveren”, vertelt Bert van der Horst van Kverneland ons.
De mate van verkleining hangt af van het soort klepels dat op de klepelas gemonteerd is. Ook kan er in de kap van de maaier een tegenmes gemonteerd worden, zodat het gewas nog kleiner gesneden wordt.
Bij het maaien wordt het trekkervermogen vooral gebruikt om het gewas te verkleinen, de benodigde trekkracht is minimaal, zelfs in nattere omstandigheden.
Bij het gebruiken van een rotatieve maaier moet erop gelet worden dat de plantenresten mooi verspreid worden over de ganse werkbreedte. Een rotatieve maaier heeft al eens de neiging om wallen gemaaid product op te bouwen.
Schijveneggen en cultivators
Het grote voordeel aan een schijveneg is dat de gewasresten gesneden en gemengd worden. Het plantenmateriaal wordt gemengd in de bovenste grondlaag en kan verrotten voor het ondergeploegd wordt. Afhankelijk van de instelling bedraagt de werkdiepte 5 tot 10 cm en het is in die laag dat de eerste vertering plaatsvindt. Een storende laag plantenresten op de ploegzool wordt dus vermeden.
“Bij de omstandigheden zoals we die dit jaar kennen, is het van belang dat het gewas niet alleen onder maar ook tussen de schijven kan passeren. Door twee schijven per steunarm te monteren voorkomen we dat de schijveneg volloopt bij veel gewasresten”, zegt Herman Hubau van Horsch. “Ook het nadien terug goed aandrukken van de losgewerkte grond is belangrijk, opdat grond, water en lucht de verrotting van de groenbemester bespoedingen.”
Bij het gebruik van een cultivator wordt de groenbemester niet gesneden. Hierdoor kan er al snel een verstopping ontstaan. De cultivator uitvoeren met snijschijven voor de eerste rij tanden is hier een oplossing. Maar hierdoor wordt de machine opmerkelijk langer en zwaarder. Ook de benodigde trekkracht is hoger bij een cultivator dan bij een schijveneg. Verder kent de cultivator dezelfde voordelen als een schijveneg.
Het opnieuw aandrukken na de bewerking gebeurt door een nalooprol. Meestal hebben de fabrikanten meerdere types nalooprollen waaruit kan gekozen worden, afhankelijk van de grondsoort die moet bewerkt worden.
Hier geldt dezelfde regel als bij de minimale grondbewerking, namelijk wat losgemaakt is, moet terug aangedrukt worden. Bij ringwalsen, zoals bijvoorbeeld de Horsch RollFlex of de Actiring van Kverneland, wordt de grond in stroken aangedrukt. Zo krijgt regen de kans om vertraagd door te dringen in de grond en wordt voorkomen dat er te veel leemdeeltjes uitspoelen en in diepere lagen een ondoordringbare laag gaan vormen.
Ploegen en spitten
Wanneer na een strenge winter de groenbemester gereduceerd is tot een een quasi-verteerd gewas, kan men rechtstreeks ploegen. Indien het gewas nog rechtstaat is dit minder gemakkelijk. Een mogelijke oplossing is dan het monteren van een sleepkettingsysteem in de fronthef, zodat de planten al tegen de grond gedwongen worden, maar zelfs dan is het moeilijk ploegen. Bij het onderploegen moet ook goed opgelet worden dat er geen dikke laag groenbemester gevormd wordt op de ploegzool.
Ploegen vormt geen probleem wanneer er eerst met een schijveneg of cultivator doorheen het gewas is gereden.
Spitten bij niet verkleind gewas wordt afgeraden omdat een spitmachine niet snijdt. “Bij verkleind gewas wordt dit door de spitmachine mooi ondergewerkt over de gehele werkdiepte. Hierdoor worden bij vertering de mineralen vrijgegeven in de hele wortelzone. Na één passage met de spitmachine ligt de grond ook meestal zaai- of plantklaar”, volgens Bas Rompelberg van Imants.
Een gangbare combinatie is een klepelmaaier voorop de trekker, met achteraan de spitmachine. Zo wordt de groenbemester verkleind, ondergewerkt en de grond klaargelegd in slechts één werkgang.
Bij het ploegen kan er ook gebruikgemaakt worden van een klepelmaaier voorop, maar deze moet dan zowel links als rechts in verstek kunnen werken waardoor telkens de ploegbreedte wordt gemaaid.
Speciale machines
Behalve de gekende machines zijn er nog speciale toepassingen of constructies die ook kunnen gebruikt worden bij het verkleinen van groenbemester. Zo heeft de firma Evers bijvoorbeeld de maïsstoppelkneuzer Furioso, die is opgebouwd uit twee rollen van verschillende diameter. Op de omtrek van deze rollen zijn hoekijzers gemonteerd die gewasresten snijden. Door de verschillende diameter van de rollen hebben ze elk een andere omtreksnelheid en lopen ze niet in elkaars spoor. Omdat de rollen op de grond lopen worden het gewas platgedrukt en gesneden. Nadien is wel nog een lichte grondbewerking nodig. De Furioso in de fronthef en een cultivator of schijveneg in de lift achteraan zorgt voor een degelijke bewerking in één werkgang.
Grote voordelen van werktuigen zoals de Furioso zijn de hoge werksnelheid, geringe slijtage en het lage dieselverbruik.
Ook andere systemen met rollen kunnen gebruikt worden. Een packerrol in de fronthef en een cultivator achteraan werkt ook goed.
Het is duidelijk dat er verschillende mogelijkheden zijn om groenbemesters optimaal te gaan onderwerken. Daarom is de eerste stap kijken welke machines er voorhanden zijn op het erf. Bij aankoop van een nieuwe machine kan er rekening gehouden worden met het gegeven groenbemester. Machines zoals een schijveneg en cultivator kunnen niet alleen ingezet worden voor het onderwerken van de groenbemesting, maar tevens bij het inzaaien van vanggewassen en groenbemesters bij oppervlakkige stoppelbewerking.