Ongeveer een jaar geleden werd Mieke Verniest verkozen tot Schoonste Boerin van Vlaanderen. De varkenshoudster uit Zwalm (Oost-Vlaanderen) wist de jury te overtuigen door haar spontaniteit en présence. In de rol van Schoonste Boerin komt ze in heel Vlaanderen op landbouwbedrijven en bij loonwerkers. De Loonwerker sprak met haar over de prijs, haar bedrijf en hoe de loonwerkers helpen bij hun bedrijfsvoering.
Samen met haar man Luc baat Mieke een gesloten varkensbedrijf uit in de Vlaamse Ardennen. Het koppel maakte doorheen de meer dan 12 jaar dat ze samen het bedrijf runnen een aantal doordachte keuzes om hun bedrijf zo rendabel mogelijk te maken. Zo proberen ze zoveel mogelijk voedsel voor de dieren zelf te produceren en legt Mieke zich sinds kort toe op de korte keten door eigen gekweekt vlees thuis te verkopen. Een volgende stap is het Vlaams Ardennen-Varken, een nieuw ras dat Mieke kweekte, en dat de thuisverkoop nog verder moet boosten.
De Loonwerker: Mieke, je bent nu ongeveer een jaar de mooiste boerin. Hoe is het voorbije jaar verlopen?
MIEKE VERNIEST: “Druk! Sinds de verkiezing op Agriflanders is mijn leven eigenlijk in een stroomversnelling gekomen. Ik heb mijn gezin, mijn bedrijf, mijn dieren, maar daarnaast heb ik ook het leven van de Schoonste Boerin, waar ik evenementen open, gala-avonden presenteer en her en der uitgenodigd wordt voor allerhande festiviteiten. Maar ik klaag zeker niet! Het is boeiend om over het ganse Vlaamse land in contact te komen met land- en tuinbouwers, loonwerkers en erfbetreders.”
DL: Je zet sterk in op de korte keten. Kan je daar wat meer over vertellen?
MV: “Korte keten maakt dat we als bedrijf controle houden over een aantal zaken, waaronder ook de prijs. We staan in voor ons eigen inkomen, en die korte keten zorgt er voor dat dat inkomen een boost krijgt. Concreet wil dat zeggen dat we een aantal varkens per week in een klein slachthuis laten slachten en hier thuis versnijden en verkopen in pakketten van 5 en 10 kilogram. Ik ben er nog niet zo lang mee bezig, maar ik kan toch al stellen dat we een aantal vaste klanten hebben. Daarnaast hebben we ook een eigen ras ontwikkeld, het Vlaams Ardennen-Varken. De eerste biggen zijn onlangs geboren en verhuizen binnenkort naar hun buitenhok met uitloop. Door het ras bewust als niche te houden kan ik het mooi in het korte keten-verhaal laten passen.”
DL: Jullie produceren zelf redelijk wat voer voor jullie dieren. Wat doen jullie zelf en voor wat schakelen jullie de loonwerker in?
MV: “We proberen inderdaad zoveel mogelijk voer zelf te produceren. Een keuze die we maakten omwille van de crisis in de varkenssector. We voerden ons graan en mais weg tegen spotprijzen en kochten duur voeder terug. Qua werkzaamheden doen we ook redelijk veel zelf. Grondbewerking, mest voeren en zaaien doen we in eigen beheer. Gewasbescherming laten we uitvoeren en ook het oogsten komt de loonwerker doen. Gewasbescherming is echt specialistenwerk en de investering in oogstmachines is te groot en niet te verantwoorden voor ons. Jaarlijks kuilen we ongeveer 50 hectare gemalen maisgraan met een beperkte hoeveelheid spil in en sinds dit jaar slagen we ook een viertal hectaren tarwegraan op.”
“De loonwerker is op gebied van kennis en ervaring niet alleen voor ons, maar voor alle boeren, een echte partner”
DL: In welke mate kan een loonwerker voor een bedrijf als dat van jullie meehelpen de rendabiliteit te verhogen?
MV: “Een belangrijk deel van het rantsoen van de dieren bestaat uit eiwitten, het grootste gedeelte daarvan wordt aangekocht. Om het aandeel eiwit in het zelf geproduceerde voer te verhogen rekenen we op de kennis van de loonwerker. We gaan natuurlijk zelf op zoek naar mogelijkheden, zoals zelf soja of winterveldbonen kweken, maar de kennis en ervaring van de loonwerker is in dergelijke projecten doorslaggevend. De loonwerker is op dat gebied niet alleen voor ons, maar voor alle boeren, een echte partner. Hij kent de technieken, de voor- en nadelen van bepaalde zaken, maar ook de praktische toepassingen. Zijn kennis maakt dat onze bedrijfsvoering het extraatje krijgt om nog meer uit te blinken. Op dat gebied zijn loonwerkers in België soms teveel gewoon uitvoerders van werkzaamheden. Ze zouden het voortouw moeten nemen voor nieuwe teelten en technieken, maar ik heb het gevoel dat ze teveel wachten op de boeren, hun klanten, die zelf stappen zetten. Samen zou er snellere evolutie mogelijk zijn.”
DL: Hebben jullie zelf al de stap gezet naar precisielandbouw?
MV: “Niet echt eigenlijk. De trekker die we gedurende een jaar mogen gebruiken als prijs bij het kroontje van de Schoonste Boerin is helemaal uitgerust met gps en dergelijke, dus nu gebruikt Luc (Miekes echtgenoot nvdr) de mogelijkheden wel, maar onze eigen trekkers zijn er (nog) niet mee uitgerust. Als er geïnvesteerd wordt, dan zal precisielandbouw zeker in het pakket zitten. De spuitmachine van de loonwerker die onze gewasbescherming uitvoert, is voorzien van alle high tech en ook van de loonwerker die komt oogsten daar krijgen we de nodige gegevens van, maar voor de optimalisatie van al deze info moeten we zelf de stap nog zetten.”
DL: Als Schoonste Boerin kom je op veel bedrijven in heel Vlaanderen. Zijn er zaken die je opvallen?
MV: “In het begin was het eigenlijk overweldigend. Ik leerde op korte tijd veel nieuwe mensen kennen en kon daardoor moeilijk een indruk opdoen van de bedrijven zelf. Ondertussen heb ik geleerd om te gaan met de drukte en kan ik meer indrukken in mij opnemen. En dan begin je inderdaad de verschillen te zien. Het is opvallend hoe van streek tot streek de perceelgroottes verschillen. De eerder grote akkers in bijvoorbeeld de Limburgse akkerbouwstreek staan in schril contrast met de perceeloppervlaktes bij ons in de Vlaamse Ardennen. Maar ook kleine dingen zoals onderlinge samenwerking of het uitlenen van machines verschillen sterk van streek tot streek. We staan daar zelden bij stil, maar zelfs in een kleine regio zoals Vlaanderen kunnen verschillen immens zijn.”
Tijdens Agriflanders 2019 wordt opnieuw de Schoonste Boerin verkozen. Later dit jaar kan u verdere details van deze wedstrijd via onze website lezen.
Dit artikel verscheen eerder in “De Loonwerker 01/2018”, hebt u nog geen abonnement? Surf dan snel naar onze Agroshop!
Tekst & Beeld: Antoon Vanderstraeten