Het werktuig stuurt de trekker aan. Het principe van Tractor Implement Management (TIM) is een uitbreiding op Isobus, maar werkt dus precies andersom. Net voor de Agritechnica werden de benodigde veiligheidsprotocollen afgegeven. “Al drie jaar zitten de TIM-knoppen in de trekker, nu worden ze ook eindelijk functioneel.”
Een rondebalenpers, die de trekker stopt als die vol zit. Een cultivator, die de trekker afremt als de bodemomstandigheden lastiger worden. Kortom, niet de data in de Isobus-besturing maar het werktuig stuurt commando’s en bepaalt hydraulische functies, rijsnelheid, aftakas, hefinrichting of het stuurwiel. De introductie van TIM werd al een tijdje aangekondigd, maar die liet op zich wachten.
Alle nieuwe modellen van Deutz-Fahr waren in 2016 al ‘TIM-ready’. “Iemand die de afgelopen drie jaar een trekker van ons heeft aangeschaft, heeft de TIM-knoppen in de armleuning. Vanaf het begin, zo’n vijf jaar geleden, zijn we er mee bezig. In principe is het voor ons een relatief eenvoudige softwarematige aanpassing”, legt Henk Klein Velderman van Same Deutz-Fahr uit, “Deze vorm van implementatiemanagement is een uitbreiding op Isobus, waarmee de machine wordt gestuurd. Gps bepaalt de sectieregeling van de zaai- of mestklep. De harde Isobus-commando’s sturen tot dusver een ventiel of toerental aan. TIM werkt dus precies andersom. Het werktuig controleert de trekker en stuurt de commando’s.”
De daadwerkelijk introductie wachtte op goedkeuring van de Agricultural Industry Electronics Foundation (AEF). “De meeste fabrikanten waren bezig met TIM. Toen de AEF de voorwaarden van het protocol heeft omgegooid, hebben partijen als Kuhn de ontwikkelingen op een zijspoor gezet en de focus op andere dingen gelegd.” Voor Deutz-Fahr hoefde dit niet. “We hadden alles al in de steigers gezet en kunnen ook meteen los. Of dat nu vandaag of morgen is. De bestuurder van een trekker heeft de knoppen al drie jaar in de armleuning, maar kan er tot dusver niets mee.” Klein Velderman heeft hoge verwachtingen van TIM. Hij verwacht zelfs dat dit Isobus als nieuwe standaard opvolgt. “Als het gaat om efficiënte landbouw is TIM in vergelijking met Isobus weer een stap verder.”
Lemken iQblue connect
Zover wil Hans Hoogland van Lemken nog niet gaan. “We hebben er desalniettemin hele hoge verwachtingen van.” De Duitse fabrikant van grondbewerkingsmachines is meegegaan in de ontwikkeling. iQblue connect is de uitbreidingsmodule waarmee de Lemken-werktuigen kunnen worden opgenomen in TIM. “Op de ploeg zitten sensoren. Een kastje communiceert richting de machine en past eventueel de hydrauliek aan. We hebben ook testen met een cultivator gedaan”, aldus Hoogland.
iQblue connect wordt via de Isobus-interface verbonden met de trekker. Het datatransport vindt plaats via Agrirouter, het platform van meerdere fabrikanten voor de gegevensuitwisseling tussen machines, landbouwers, loonwerkers en softwaretoepassingen. In het aanbouwwerktuig is een vast geïnstalleerde sensorenset dat informatie registreert en via de module doorgeeft. iQblue connect berekent de gewenste werkbreedte op basis van gps en geeft informatie aan de tractor door voor het verstellen van de werkbreedtecilinder. Bij halfgedragen cultivatoren kan de werkdiepte door een sensor worden geregistreerd. De gewenste werkdiepte voor het specifieke deeloppervlak wordt ingesteld. Iqblue connect maakt een vergelijking met beschikbaar kaartmateriaal en geeft dan het bevel aan de trekker, die de werkdiepte aanpast. “We zijn ook bezig om andere werktuigen TIM-proof te maken, maar we zetten de eerste stappen.”
Krone-werktuigen met eigen hydraulisch systeem
Krone hoort ook bij de early adapters al het gaat om TIM en heeft met partijen als Deutz-Fahr en Lemken aan tafel gezeten bij de implementatie. De balenpersen, en op korte termijn ook de wikkelaars, zijn voor de aanpassing voorzien van sensoren. “Dit zijn machines van ons die een eigen hydraulisch systeem hebben en dus ook daadwerkelijk kunnen communiceren met de trekker. We hebben het niet meer over een prototype. TIM is uitontwikkeld, in de prijslijsten opgenomen en inmiddels dus ook AEF-gecertificeerd”, legt elektrodeskundige Kai Landowski van de Krone-fabriek in het Duitse Frittlingen uit.
Waar bij Lemken een kastjes op het werktuig de technologie nog enigszins zichtbaar maakt, zitten de sensoren bij de Krone-balenpers verwerkt. Zolang de trekker met Isobus is uitgevoerd, kunnen er commando’s worden verstuurd. “Met TIM ontstaat de mogelijkheid om de balenpers de tractor te laten stoppen als het net nog niet om de ronde baal zit, bijvoorbeeld. Het Isobus-systeem wordt ingeschakeld om de deur te open. Als de baal uit de machine is, laat de pers de trekker weer rijden. De balenpers kan ook aan sturen op snelheid of toerental.” Landowski vindt het nog te ver gaan om te concluderen dat TIM als standaard Isobus opvolgt. “Wij zien het veel meer als een onderdeel of uitbreiding van het besturingssysteem, maar het is zeer zeker een interessante ontwikkeling. Ook met het oog op veiligheid.”
Kubota test en hoopt op tweede helft 2020
Kubota is een fabrikant, die misschien niet bij de early adapters behoort, maar zeer zeker inspringt op de ontwikkeling. Met de tractoren in de M7-serie worden flink geëxperimenteerd. Als die de testen goed doorstaan, dan volgt de introductie in de tweede helft van 2020. “Onze TIM-tractor is een standaard Kubota M7003 waarbij sommige functies van de trekker door het werktuig kunnen worden bediend. Denk aan snelheid, hydraulica, achteraftakas en dergelijke. Het werktuig geeft opdrachten en de trekker voert deze uit”, legt commercieel coördinator Niels Koopman van Kubota Europe uit. Ook een balenpers van de fabrikant wordt voorzien van extra sensoren en aansturingsmogelijkheden volgens het TIM-principe.
“Het grootste voordeel voor de boer of loonwerker is dat alle repetitieve handelingen voor het werktuig automatisch worden uitgevoerd. Het werktuig zal de functies van de trekker controleren om de juiste instellingen of acties te garanderen. Deze automatische acties zullen het comfort en de efficiëntie van de bestuurder verhogen”, stipt Koopman aan, “Voor de balenpers zit het grootste voordeel in het comfort tijdens het rijden en het persen. Een rondebalenpers moet één keer per baal stoppen en gaan, wat in het hele seizoen gemakkelijk tot vijfhonderdkeer keer per dag kan eindigen. Met behulp van de TIM-balenpers is deze stap volledig geautomatiseerd. Bovendien is er een vermindering van het brandstofverbruik, minder slijtage van zowel de trekker als de balenpers dankzij het optimaliseren van het persproces, zelfs met niet-deskundige bestuurders.”