DRIE BROERS DIE ELKAAR PERFECT AANVULLEN
‘Laat de toekomst groeien’ staat er boven de inkomdeur te lezen. Bedoelen ze het bedrijf? De drie gedreven Deroo-broers hebben een duidelijke visie uitgestippeld om een niveau hoger te schakelen of gaat het over de gewassen die ze nu volop zaaien en planten? Nu maar hopen op een vruchtbaar jaar!
Van smid tot dealer en loonwerker
Hoefsmid Albert Deroo legde de basis voor de drie Deroo-bedrijven in 1951. Als gedreven smid knutselde hij aan werktuigen en wagens voor paarden. Later zou hij Lanz Bulldog-tractoren verkopen tot John Deere de fabrikant in 1956 overnam. Albert schakelde mee over. Af en toe had hij een onverkocht exemplaar in huis waarmee hij zijn occasiemachines nuttig kon bezigen. Van het één kwam het ander en ook het constructiegedeelte groeide, paardenkarren werden serieuze aanhangers en aaltonnen. In 1986 werd het bedrijf gesplitst en namen drie van zijn zonen elk een tak van het bedrijf over. Rik Deroo werd John Deere-dealer, Paul spitste zich toe op constructiewerken, terwijl Marc en Heidi de loonwerkactiviteiten verder zetten. Alle drie zijn ze succesvol en werken ze samen waar mogelijk.
“Teelten die opbrengen”
Marc had ondertussen negen jaar ervaring opgedaan in de werkplaats van zijn vader, kennis die nu goed van pas komt. Marc en Heidi startten met een opraapwagen, aalton, ploeg, twee erwtendorsers en twee aardappelrooiers die overkwamen van Albert. “In 1988 kwam Cees Mensen, de vertegenwoordiger van Ploeger, een erwtendorser verkopen. Echt een knappe type”, bevestigt Heidi. “Ik was in verwachting van onze eerste zoon, dat zou en moest een Kees worden. We kregen zelfs een knuffelbeer van de Nederlanders.”
Deroo ging zich toespitsen op groenten. In 2002 kochten ze een tweedehands Verstraete-rooier waarmee ze wortelen gingen oogsten. In 2010 specialiseerden ze zich verder in bonen en spinazie, één jaar later kwamen daar vroege aardappelen bij. Teelten die haast zelden verlieslatend zijn. Bovendien zorgt de samenwerking met verschillende fabrieken voor werkzekerheid. Het echtpaar heeft drie zonen die mee in de zaak zitten. Kees, Bram en Fries werden na hun studies eerst twee jaar ingeschreven als arbeider.
Geen moment rust
Deroo heeft zijn seizoen zo georganiseerd dat alles mooi in elkaar overloopt zodat er geen dode momenten zijn. Vanaf 15 maart tot eind december zitten ze in het veld, daarna hebben ze ongeveer drie maanden tijd om alles klaar te zetten voor het nieuwe seizoen. Dat betekent dat er op korte tijd veel machines de werkplaats moeten passeren. De nieuwe werkplaats van 1.100 m2 met vloerverwarming, rolbrug en led-verlichting is nog maar pas in gebruik. Verder installeert de loonwerker binnenkort zonnepanelen zodat ze zelfvoorzienend zijn in elektriciteit. In het magazijn van 260 m2 dat drie verdiepingen telt, zijn de meest courante wisselstukken voorhanden. Zaterdag en zondag liggen de werken stil tijdens de wintermaanden. “Zondagwerk proberen we te vermijden tot drie keer in het voor- en najaar. Onze chauffeurs hebben net zoals wij een leven buiten het loonwerk. We proberen ze te soigneren. In de winter voorzien we verse soep en koffie. Moeten ze tot na 19 u ’s avonds doorwerken dan staat er een warme maaltijd klaar in de refter.”
Drie broers met talent
Kees, Bram en Fries ontwikkelden zich binnen de firma en zijn maniak in hun vak. Kees leerde de kneepjes van het plannen van Heidi. “We maken ons zelf wijs dat we meer gedaan krijgen dan een ander. Wij streven er naar om met zeven aardappelplanters te doen wat een ander met acht zou doen. ’s Morgens rijden ze naar hun bestemming om daar de rest van de dag alles in de buurt te poten. Door een strak schema winnen ze één uur per pootmachine, dat komt overeen met één hectare. Met zeven planters is de som snel gemaakt. We hebben trouwens acht RTK gps-systemen waardoor we twintig procent tijdswinst boeken.” Af en toe neemt Kees een shift voor zijn rekening om de voeling niet te verliezen. Locaties krijgen de chauffeurs via WhatsApp doorgespeeld, ze moeten klikken op navigeer en de route wordt berekend. Kees houdt de weersvoorspellingen nauwlettend in de gaten. In een werkgebied met een diameter van 200 kilometer en verschillende grondsoorten, kan hij bijsturen als het niet extreem is.
“Ontwikkelaars hebben weinig praktijkervaring”
Marc slaagde erin zijn passie voor mechanisatie en ontwikkeling mee te geven met Bram en Fries. Hij staat ervan versteld wat zijn zonen klaarspelen. Weinig nieuwe machines komen binnen zonder dat er aanpassingen aan gebeuren. “De groentebranche is een nichemarkt, er zijn weinig fabrikanten op de markt. De ingenieurs die instaan voor de ontwikkeling hebben vaak geen of weinig praktijkervaring. Die hebben wij wel. Bram is fanatiek in het ombouwen en verbeteren ervan. Deze winter bouwde hij een tweede Grimme 4-rijige aardappelplanter om naar een 6-rijer. Fries is een kanjer in elektronica. In tegenstelling tot de vorige 6-rijer, die verlengd en vergroot werd, is dit exemplaar helemaal gestript. Dankzij het besturingsprogramma dat Fries schreef, gingen ze van vier bedieningskasten naar één touchscreen. Grimme kwam kijken naar het resultaat, ‘de sixpack’ genaamd. Zij zijn trouwens niet de eerste die dat deden. Ergens jammer dat wij zelf ontwikkelen en dat constructeurs hier ideeën komen ‘stelen’ om het later aan de concurrentie te verkopen. Ondertussen doen we met deze kleine projecten massa’s ervaring op. De honger om iets groter te bouwen is alleszins aanwezig”, geeft Marc mee.
Ook in het onderhoud is Bram fanatiek. Elke panne wordt geregistreerd om te zien hoe ze die kunnen voorkomen. De doelstelling is om naar een nultolerantie te gaan. “Die gedrevenheid in de garage is een zege voor de planners. Bovendien kunnen de groentefabrieken zich geen stilstand veroorloven.” Bram doet vier weken over de onderhoudsbeurt van een aardappelrooier, daarna test Fries nog een week of alles goed werkt en finetuned hij de machine. Ook buitenshuis hebben de Deroo’s hun vast takenpatroon. Marc houdt zich bezig met de bonen, Bram met de aardappelen en Fries overigens met spinazie en wortelen.
“Niet versleten, achterhaald”
De West-Vlamingen hebben vijftien JD-trekkers in huis die vooral uren maken in het voorjaar. Tractors met 10.000 uren zijn niet versleten, maar eerder achterhaald. De loonwerker heeft vooral nood aan geavanceerde technieken en kopakkermanagement. Trekkers voor de complexere toepassingen worden om de vier of vijf jaar omgeruild. Zo gaan er twee 6.150R en één 6.210R weg en komen er twee 6.155R en één 6.250R in de plaats. Deze laatste komt aan de 6-rijige aardappelplanter op dubbellucht en lagedrukbanden van 2,15 meter hoog. Zo is de bodemdruk lager dan bij een traditionele 4-rijige plantcombinatie. Zwaardere trekkers die dienst doen aan de hooglossers, blijven vaak langer op het bedrijf.
Klok gelijk zetten op spinazie
Met een Kverneland 5-schaar ploegen ze het land, maar de nadruk ligt vooral op zaaien en planten. De loonwerker zet zeven Grimme-combinaties in voor het poten van aardappelen, tegelijkertijd gaat één Accord-machine spinazie zaaien. Als alles volgens planning verloopt, is de vrucht na 65 groeidagen klaar en is het oogstschema al gekend. De spinazie wordt rechtstreeks opgevangen, via een haakarm kan de zelfrijder switchen tussen lege en volle containers. Vanaf half april kan de Ploeger spinazie gaan oogsten die vorig jaar nog gezaaid is. Na de teelt worden er op deze partijen bonen of wortelen gezaaid, telkens met drie zaaicombinaties. Gaspardo en Agricola zaaimachines zijn het meest geschikt voor deze fijne zaden. Het zaaigoed wordt trouwens door de groentefabrieken geleverd, elk jaar goed voor een flink kapitaal.
Erwten, die uitsluitend in Frankrijk staan, zaait Deroo niet. Met een colonne van drie Ploegers en één hooglosser trekken ze in de zomer de grens over voor de oogst. Kees gidst zijn oogsttrein naar de juiste locaties, hij moet toch voorrijden omdat de machines vier meter breed zijn. De loonwerker heeft eveneens drie bonendorsers, ook van Ploeger. Een verhaal dat zich dichter bij huis afspeelt.
Kwatro in wortelen
Vanaf 20 juli start de oogst van vroege aardappelen. Vaak gaan ze met twee machines op één perceel aan de slag. De aardappelfabriek stelt twee Dezeure-hooglossers ter beschikking zodat ze één vrachtwagen per team uitsparen en er extra buffer aanwezig is. De loonwerker heeft eveneens twee hooglossers, de recentste is een Deroo van vorig jaar. Voorlopig hebben ze vier 4-rijers en vier 2-rijers voor het rooien. De bedoeling is dat twee van de vier Dewulf 3060 dit jaar plaatsmaken voor een tweede Kwatro, die onderhandelingen zijn lopende. Na twee jaar finetunen samen met Dewulf, staat de eerste Kwatro op punt voor de wortel- en pastinaakoogst. Een tweede exemplaar is dus meer dan welkom. De Grimme Varitron 470 is trouwens ook geschikt voor deze teelten. Terwijl de andere machines rijden tot half januari, rijden de twee AVR Puma’s tot half oktober en dat enkel en alleen in de aardappelen.
Alles wordt geoogst
Vorig jaar werd het extreem nat in december. Deroo monteerde drie rupsen onder een Dewulf 3060. Een wereldprimeur genaamd ‘de amfibie’ waarmee ze de wortelen alsnog van het land kregen. De loonwerker heeft vijf rupsstellen die ze met uitzondering van de bonendorsers op alle oogstmachine kunnen monteren. Met een zelfrijdende overlaadwagen werden de wortelen naar het droge gevoerd waar ze ineens door de reinigingsinstallatie gingen. “We moeten creatief zijn om de aanvoer van groenten te verzekeren zodat de fabrieken niet droog komen te staan.”
Bedrijfsprofiel
Hoewel ze in de schaduw van de Sint-Sixtusabdij van West-Vleteren gelegen zijn, hebben Marc Deroo (55) en Heidi Haeghebaert (51) geen grote hoeveelheden van het fameuze trappistenbier in huis. Ook de zonen Kees (29), Bram (27) en Fries (25) grijpen eerder naar een ander speciaalbier. Toch moet er eerst gewerkt worden. Het bedrijf Deroo zaait en oogst zo’n handvol groenten bestemd voor de diepvriesindustrie. Het focussen op slechts enkele producten komt alleen de kwaliteit ten goede. Naast de liefde voor hun vak zijn ze gepassioneerd in mechanisatie. Zo goed als alle nieuwe machines die toekomen worden verbouwd en aangepast. Vakkennis die ze tot 100 kilometer ver weten te appreciëren.Heidi en Kees zorgen voor een strakke planning. “Wij geven het goede voorbeeld door op tijd te komen. Wij verwachten ook dat de boer tijdig aanwezig is met zaai- en pootgoed. Als we één keer te laat zijn zonder te verwittigen, is de klant volgende keer ook te laat.” Marc, Bram en Fries staan in voor het veldwerk en de garage. Marc en Bram blinken uit op mechanisch vlak, Fries specialiseerde zich in elektronica. Deroo werkt met zeven vaste machinisten en heeft één iemand die niets anders doet dan poetsen. Pieken vangt het loonbedrijf op met seizoensarbeid.
In Vleteren komt het op details aan. Een mooi verzorgd kantoor met logo bij binnenkomst, een gelaserde plaat met de naam Deroo op de nieuwste aardappelplanter, een ultra moderne werkplaats en machines die precies rechtstreeks uit de wasplaats komen.
Dit artikel verscheen eerder in “De Loonwerker 04/2018”. Wil je graag een abonnement? Surf dan snel naar onze agroshop!
Tekst en beeld: Tom Govaerts