Tijdens Agritechnica tekent de nieuwste generatie van de AVR Puma’s present: de Puma 3. Deze vierrijige rooier is de 200e Puma die het veld in gaat. Hij was niet altijd het roofdier dat hij vandaag is. Doorheen de jaren kent hij zoals alle technologie heel wat evoluties, zowel innerlijk als uiterlijk. Steven Paesschesoone, R&D Manager en conceptontwerper van de Puma-serie, loodst De Loonwerker doorheen de geschiedenis van de zelfrijder.
“In de jaren 70 is de vierrijige zelfrijder ontstaan” vertelt Steven. “AVR bouwde een aardappelrooier op een zelfrijdende bietenrooier van Moreau met als bedoeling zowel aardappelen en bieten te rooien. De ombouw van aardappelen naar bieten was echter te tijdrovend. In het kader van onze mission statement ‘meer verkoopbare aardappelen in de schuur krijgen met minder input’ zijn we beginnen nadenken over mogelijke oplossingen. We kwamen al snel uit bij het concept van de vierrijige zelfrijder.“
Welke zijn de voorgangers die leidden tot deze Puma3?
“Met de Puma 3 zijn we toe aan onze zevende vierrijer. In een beginfase werkten we samen met het Franse Moreau dat ook bietenrooiers maakte. Einde jaren 80 ontwikkelden we de machine verder met het toenmalige Riecam uit Nederland. Riecam construeerde het rode frame en de motor en AVR monteerde er de rooier op, herkenbaar aan zijn lichtgroene delen. Een volgende versie werd de RWD300S, ook een combinatie AVR/Riecam. Uiteindelijk kwam diens opvolger de Solanum rond 1997. Deze reeks was de eerste die volledig door AVR zelf getekend en ontwikkeld werd. In 2006 zijn we gestart met de Puma-serie die tot nu toe drie generaties kent: Puma, Puma+ en Puma 3.
Hoeveel mensen heb je nodig om een machine zoals de Puma te ontwikkelen?
Op de R&D-afdeling waar we de ontwerpen maken, teken ik het concept samen met een aantal collega’s uit. Collega Joke Cambie en haar team ontwikkelen de pompset met software en sturingen. Andere collega’s werken het mechanisch ontwerp verder af. Andere betrokken partijen zijn onze vertegenwoordigers die o.a. gebruikerservaringen delen, de aankopers bestellen de onderdelen, productie monteert de machine en uiteindelijk wordt de machine afgetest en gehomologeerd om daarna aan de klant af te leveren. Alle afdelingen zijn dus betrokken.