Het loonbedrijf Van Hulle uit Tielt was destijds eentje dat tot de verbeelding sprak. Het was grootvader Adiel Van Hulle die de fundamenten legde van het bedrijf. Met maar liefst tien kinderen, netjes verdeeld over vijf zonen en vijf dochters waren er dus werkkrachten genoeg.
Er werd gestart met een melkophaalronde en een dorskast werd aangeschaft. Zoon Georges had genoeg van het boeren en besloot op eigen benen te gaan staan. Hij vertrok met zijn vrouw Clara Blondeel naar de andere kant van Tielt om daar volledig opnieuw te beginnen. Ondertussen zette zijn broers de zaak van hun vader verder. Georges kocht een Excelsior dorskast aan, waarvan er al snel drie van aanwezig waren op het bedrijf. Ieder jaar ging er telkens één voor zo’n drie maanden richting Wallonië. De machines bleven er achter en de arbeiders kwamen elk weekend met de trein naar huis.
Tot in 1963 bleven de Excelsior-dorskasten actief op het bedrijf. Dit was het jaar dat de volgende generatie aantrad met Paul Van Hulle aan het roer. Paul zette alle zeilen bij en breidde samen met zijn vader het bedrijf fors uit. Midden jaren 70 had men hier maar liefst veertien maaidorsers en vier hakselaars in de loodsen staan. Hoewel de eerste maaidorser een Claas was en de eerste zelfrijdende hakselaar een Laverda, werd al snel beslist om over te gaan tot de aankoop van New Holland Clayson-machines. Zo werd hij één van de grootste klanten bij New Holland Zedelgem en stond aan de top van de Belgische loonondernemers. Omstreeks 1968 reed Van Hulle de eerste hakselmaïs af met een New Holland chopper. In 1976 had men al vier hakselaars, twee machines van New Holland maar ook twee Franse Promill-hakselaars. De eerste Promill-bunkerhakselaar werd in 1975 aangekocht. Het was ongezien in Vlaanderen, een machine met een zescilinder GM-motor van 280 pk en een bunker van 35 m³ volledig vervaardigd uit aluminium. Men was uiterst tevreden over deze gigant en in 1976 kreeg men de kans om een tweede machine over te nemen. Men upgradede zelf deze machine door er een achtcilinder 350 pk sterke motor in te plaatsen, zodat de 4-rijige bek kon worden vervangen door een Claas 6-rijige bek. In 1993 werd het landbouwloonwerk stopgezet en stonden er nog wel drie Claas Jaguar 695 hakselaars te pronken die men in één keer had aangekocht.
Midden de jaren 80 was men al gestart met het onderhouden en aanleggen van voetbalvelden. Daarnaast had men de grondwerktak ook al opgericht, maar in 1990 kwam bijna het logische vervolg met de specialisatie in de wegenbouw. Dit zijn dan ook de hoofdactiviteiten van het bedrijf geworden. Anno 2017 staat de vierde generatie met de zonen Kristof en Jeroen aan het roer. Zo is de toekomst verzekerd en blijft de naam Paul Van Hulle in en om Tielt en ver daarbuiten een klinkende naam.
Deze reportage verscheen eerder in “De Loonwerker 07/2017”. Wil je graag een abonnement? Surf dan snel naar onze agroshop!
Tekst & Beeld: Landbouwenmachines.be & De oude doos