“Nooit stoppen met investeren”
Tekst en beeld: Tom Govaerts
Na een druk voorjaar is de druk van de ketel. Mest injecteren en gras inkuilen zijn de voornaamste zomeractiviteiten voor Hans Dedoncker terwijl zijn broer Wim het drukker heeft met maaidorsen en persen. De broers vullen elkaar perfect aan en springen zo veel mogelijk in bij elkaar.
Van school recht naar loonwerker
Hans Dedoncker uit Pepingen was van jongs af aan gefascineerd door tractors en oogstmachines. Na schooltijd passeerde hij eerst langs het loonbedrijf van Fred Van Den Bosch vooraleer hij huiswaarts keerde. De tiener kreeg er de kans om met zijn handen te leren werken en ervaring op te doen. Vanaf zijn zestiende reed hij zowel voor als na zijn schooluren met de tractor. “Als Fred belde was ik present hoewel mijn ouders niet altijd even blij waren. De loonwerker was mijn tweede thuis.” Wanneer Hans in 2003 het akkerbouwgedeelte van zijn schoonouders overnam, startte hij, in samenspraak met Van Den Bosch, zijn eigen loonbedrijf in bijberoep op. Met de maisplanter uit de bedrijfsovername, mocht Dedoncker zaaien in opdracht van Fred. In 2008 kreeg de twintiger de kans om zijn hakselaar en Terragator over te nemen. “Fred wilde zich nog enkel focussen op werkzaamheden die hij met zijn broer kon uitvoeren. Een unieke kans waarvoor ik hem enorm dankbaar ben. Wij weten wat we aan elkaar hebben. Als hij me belt en hulp nodig heeft, laat ik mijn werk over aan een andere chauffeur. Naast heel wat machines had ik ineens een mooi klantenbestand met boeren die ik al door en door kende.” Van Den Bosch specialiseerde zich ondertussen in freeswerken met zijn Fendt 1050. Verder heeft hij een gronddumper, mestwagen, bollenpers en triplemaaier. Sinds Dedoncker een andere collega-loonwerker overnam in 2012, hakselt hij met twee Claas-hakselaars. De bouw van een nieuwe loods was een jaar later noodzakelijk, die deelt hij samen met Wim. Vorig jaar kwam er nog een grote loods bij in Gooik in de achtertuin van Hans.
Trekkers oprijden
Op een Fiat 88-94 na voor de kleinere werken, zijn het allemaal Fendt-trekkers met een vermogen boven de 200 pk. Van de zes is het zwaarste exemplaar een 936 die zijn kracht nodig heeft aan de opraapwagen gevolgd door twee 828 die normaliter gebruikt worden voor transport. Dedonckers grote droom is een nieuw model van de 900-serie, waarschijnlijk de volgende die aangekocht wordt. Toch is de loonwerker zuinig op zijn materiaal. Met een strak onderhoudsregime onder leiding van Wim samen met een machinist streeft hij naar zoveel mogelijk draaiuren. “Met de 824 zitten we nu op 33.000 uren. Een tractor die met mij op pensioen gaat”, bekent Hans. “Fendt is duur in aankoop, die moet je oprijden. Met de oudste modellen strooien we zout. In de winter rijden we met drie combinaties. Ook in sneeuwvrije winters krijgen we een standby-vergoeding.” Van de VarioGrip heeft Dedoncker zelf al veel plezier gehad op zijn 828. Op kasseibanen gaan de banden iets platter tot één bar. Hans wil graag binnen twintig jaar ook nog zonder rugproblemen rijden.
Zwartste dag
In 2018 nam Dedoncker met spijt in het hart afscheid van de Terragator 3104 die met 17.000 uren op de teller toe was aan vervanging. Zijn opvolger was de Vervaet-vijfwieler. Maar veel geluk bracht de zelfrijder niet met zich mee. “Met amper 200 uren op de teller brandde de machine helemaal uit door een losgekomen olieleiding. 19 april werd meteen de zwartste dag uit mijn carrière. De constructeur gaf gelukkig onmiddellijk toe dat het om een fabricagefout ging. We reden een jaar met een demo tot we uiteindelijk één jaar later een nieuw exemplaar kregen. De service is super, toch mis ik de trekkracht van de handgeschakelde Terragator.”
“Schijveneg is geweldig”
Met een 9,4 meter brede Schuitemaker-injecteur bemest de firma gras en tarwe op gps. De injecteur kan in acht secties afgesloten worden zodat de overlapping minimaal is. Op bouwland rust Hans de zelfrijder uit met een zes meter brede Amazone-schijveneg. “Duur in aankoop, maar een geweldige machine. Je mag niet te veel beginnen rekenen, anders word je gek.
Met zijn 3,7 ton gaat de zwaar gebouwde schijveneg zelfs op droog raaigras vlot de grond in voor een echte grondbewerking. Heel wat anders dan een keertje krabben met een lichte bouwlandcultivator. Dankzij de schijveneg kregen we extra werk, omdat boeren hun groenbemester niet langer hoeven te klepelen. Bovendien is alles egaal bemest, heel wat anders dan een 3-asser met ketsplaat. Bij het minste windje waait dunne mest sowieso enkele meters verder. Dat zie je aan de opkomst van mais in Wallonië waar dat wel de gebruikelijke werkwijze is.” Dedoncker voert aan met twee 3-assers van 22 kuub, een dolly van 30 en een reserve Ova van 17. West-Vlaanderen produceert 70 % van de mest die het bedrijf uitrijdt. Vrachtwagens brengen die naar de citerne bij Van Den Bosch waar ze 5.000 kuub kunnen stockeren en mixen. In de toekomst wil de loonwerker er graag een extra 3-asser bij. Liefst één met polyester tank zodat ze iets meer kunnen laden.
Mestbeleid staat niet stil
Hans is ervan overtuigd dat de mestwetgeving alsmaar strenger wordt. Daarom trekt hij volop de kaart voor precisielandbouw. De Vervaet is al uitgerust met NIR-sensor die de mest scant. “Helemaal op punt staat de technologie nog niet, maar dat komt nog. Momenteel volg ik een opleiding om de software van Agrometius onder de knie te krijgen. Volgend jaar zetten we samen een project op poten met Trimble om plaatsspecifiek te bemesten. Als boeren hun land laten scannen, verdelen wij de hoeveelheid mest naar de behoefte van de bodem. Een duur grapje dat ik (nog) niet onmiddellijk kan doorrekenen. Toch hopen we die investering terug te verdienen door het extra werk dat de nieuwe technologie met zich meebrengt.” Ook in kalk ziet de zaakvoerder toekomst. Als de grond in topvorm is zal de plant de mest beter benutten.
Nieuwe machines eerst testen
In het voorjaar mocht de loonwerker een Amazone-vijfschaar testen en de kans dat de machine effectief aangekocht wordt is groot. “We zijn op zoek naar een vervanger voor onze Rabe-vierschaar. De fabrikant is gestopt en het is moeilijk om aan originele onderdelen te geraken. De Amazone is zwaar gebouwd en ging goed de grond in ook al was het droog. We testen graag vooraleer we iets kopen. We hebben dat één keer niet gedaan en dat was een tegenvaller. Voortaan gaan we voor een Kemper-bek met grote zonnen.” Graan zaaien doen ze veel ploegloos met een diepwoeler in combinatie met een Amazone-zaaimachine met schijven. Ook de maisplanters, een 6- en 8-rijer, zijn van dezelfde leverancier. Voorlopig nog niet op gps, maar binnenkort worden die opties standaard op een trekker.
Opraapwagen is extra service
Gras maaien met front- en zijmaaier, schudden en harken stijgen in activiteit. In die mate zelfs dat de loonwerker volgend jaar een bredere schudder zal kopen. Hakselen doen ze voorlopig met een Jaguar 890 en 960. Tegen de start van de maiscampagne maakt de 890 plaats voor een tweede 960. “Hier in de streek toch één van de zwaardere modellen waar een 950 eerder standaard is. De meeste van onze klanten verkiezen de hakselaar boven de opraapwagen. Ijzer wordt gedetecteerd en de capaciteit ligt veel hoger, zelfs met twee opraapwagens is de hakselaar niet bij te houden. Wij hebben nu één Claas Cargos. Enkele boeren laten oprapen, maar vooral in het najaar werkt deze kar het gras weg. Een dure en financieel gezien misschien minder interessante machine voor ons, toch willen wij een compleet pakket aanbieden aan de boer. Als het ver rijden is, gebruiken we de Claas als dubbeldoelwagen.” Vierkante balen maakt Wim met twee Claas-persen, Van Den Bosch perst en wikkelt de ronde met een CombiPack van Krone.
Meer vraag naar MKS
Eenmaal de mest uitgereden is op de graanstoppel, is het uitkijken naar de oogst. Die vat Dedoncker aan met twee Jaguar 960 met 8-rijers. Toch speelt Hans met het idee om in de toekomst terug naar één machine te gaan met 10-rijer. Voor het vastrijden van maiskuilen maakt het bedrijf gebruik van het gewicht van de 936. “Hoop en al rijden we 20 kuilen vast in het najaar. Boeren doen dat graag zelf wat perfect mogelijk is als wij de mais verdelen over de lengte van de kuil met onze silagewagens.” De loonwerker ziet ook de vraag om MKS te hakselen stijgen, dan komt de kolvenplukker van Wim op de hakselaar. Een product dat zich er perfect toe leent om in bollen te persen. Dedoncker heeft twee collega’s in de streek die hij hiervoor inschakelt.
Bedrijfsprofiel
Het Vlaams-Brabantse Pepingen, gelegen naast Halle en niet ver van Brussel, is de thuisbasis van loonwerker Hans Dedoncker (43). Hoewel het bedrijf op de taalgrens ligt en ze tot 30 kilometer Wallonië in gaan, is het Frans van Hans net goed genoeg om het werk af te spreken met de Waalse klanten. Dedonckers echtgenote Betty Bellemans daarentegen is perfect tweetalig en werkt als verpleegkundige in het ziekenhuis en doet ook nog thuisverpleging. Zij verzorgt de administratie en factureert het gepresteerde werk. Hoofdactiviteiten van het bedrijf zijn mest, gras en mais aangevuld met kleinere werkjes zoals zaaien. Voor het dorsen en persen moeten landbouwers bij Wim Dedoncker (39) zijn. Hij heeft zijn eigen onderneming en is met zijn werkzaamheden complementair aan die van zijn broer.
Dedoncker regelt veel vanuit de cabine van zijn Fendt 828. Zijn favoriete span is de Dezeure-dolly waarmee hij drijfmest transporteert. In het najaar is dat een Roagna 3-asser met volumekipper voor het vervoer van mais en aardappelen. Het werk op de Vervaet en hakselaar laat hij over aan Wim en andere machinisten die zich volop kunnen concentreren op mooi werk leveren. De loonwerker heeft een actieradius die zich uitstrekt van Brakel tot Sint-Genesius-Rode, goed voor een straal van 50 kilometer. Het kan soms aardig druk zijn als ze Halle en Ninove doorkruisen, maar soms zitten ze in de middle of nowhere waar ze genieten van de mooie landschappen van het Pajottenland.
Met LBW Dedoncker halen boeren een vooruitstrevende en betrouwbare loonwerker in huis. De Vervaet is uitgerust met NIR-sensor en vanaf volgend jaar stapt Hans mee in een project van Agrometius om plaatsspecifiek te bemesten.