“Als we iets beginnen, doen we het liever meteen goed.”
Zoals bij alle andere loonwerkers, moeten we niet vertellen dat de schoonbroers Christian van der Mierden en Wim van den Broek volop bezig zijn aan de maïsoogst. Alles verloopt prima. Echt last van natte percelen hebben ze niet in Veldhoven, bovendien worden de mannen in de watten gelegd door de lokale traiteur die elke avond een lekkere warme maaltijd bereidt.
Pioniers
Bij de familie van der Mierden deden ze al langer aan loonwerk, maar het wordt pas officieel wanneer de broers Jan, Jos en Theo in 1977 een loonbedrijfje overnamen in Oirschot. Voordien was er arbeid over op de boerderij en dorste ze graan, gingen ze kruiken melk ophalen en rooide ze aardappelen. In die tijd had elke boer een halve hectare staan. Van der Mierden deed zijn ronde en reed enkele rijen aardappelen uit zodat de landbouwers tijd hadden om ze op te rapen. Omslachtig, daarom kocht het familiebedrijfje als eerste in wijde omgeving begin jaren ’70 een getrokken 2-rijige bunkerrooier van het merk Grimme.
Wanneer de wet veranderde en melk niet langer in kannen maar met tankwagen opgehaald moest worden, stapte Theo uit de zaak en startte hij zijn eigen melkophalingsfirma in 1980. Ook Jan en Jos investeerden, want in ’81 gingen ze grasland injecteren met een Veenhuis-ton van vijf kuub en Seltec-zodebemester. De gleuven, toen een halve meter uit elkaar, waren zo wijd open dat ze door middel van rol achter de injecteur terug gedicht werden. Tien jaar later kochten ze als eerste Nederlandse loonwerker een Claas 1200 grootpakpers met snijinrichting. Gewikkelde balen waren de oplossing voor het probleem dat ze niet konden volgen met kleine pakjes inhalen. Zeggen dat de broers pioniers waren, is dus niet overdreven.
Verhuis naar Veldhoven
Christian van der Mierden bleef onmiddellijk thuis na zijn studies in 1991. Eén jaar later vervoegde ook Wim van den Broek het team terwijl Jos een stapje opzij zette. De relatie tussen Wim en Rinette kwam ook de zaak ten goede wanneer de van Knegsel afkomstige boerenzoon een hele resem klanten en vrienden wist te overhalen om voor hun te kiezen toen er een collega stopte. Het loopt zo’n vaart dat firma van der Mierden in 2000 verhuisde naar de huidige locatie in Veldhoven vijftien kilometer verder. Jan van der Mierden ging in ’08 op pensioen waardoor Wim en Christian gepromoveerd werden tot zaakvoerders.
Verschillende trekkerkeuze
Beide schoonbroers hebben duidelijk elk hun voorkeur wat tractors betreft. Christian is Case-fan en haalt met vier stuks net de meerderheid tegenover Wim die het met drie Massey Fergusons moet stellen. Voordeel is dat de Case-dealer op enkele kilometers van het bedrijf zit terwijl ze voor de andere 25 kilometer ver moeten rijden. “Trekkers met 200 pk zijn perfect voor elke klus. We zetten gemiddeld 10.000 uren op de teller voor we ze omruilen”, vertelt Christian. “Toch zijn er uitzonderingen. Onze eerste vario, een CVX 150, heeft 20.000 uren en zullen we niet direct van de hand doen.” Ook wat banden betreft werkt de loonwerker met twee fabrikanten. Voor het transport kiezen ze een slijtvaste Trelleborg, voor drukwisselbanden prefereren ze Michelin.
“Veel gewonnen met mesttransport.”
Sinds v/d Mierden twee 33-kuubs Schuitemakers-tanks met weeginstallatie en bemonstering kocht, heeft het bedrijf veel werk bijgewonnen. “Een hele investering”, klinkt het. “Per mestton mag je 50.000 € extra tellen voor de apparatuur. Met één ton zitten we uitsluitend op bouwland, de andere gebruiken we voor de aanvoer.” Begin dit jaar wisten de schoonbroers een derde tweedehands tank op de kop te tikken, een Peecon Cargo van 19 m³. Met deze ton bemesten ze afgelegen percelen zodat de zelfrijder ontlast wordt. Voor het injecteren van grasland is er een Vervaet 5-wieler. De huiskavels van de Hollandse boeren zijn zo’n vijftien hectaren groot waardoor de zelfrijder een groot deel van de mest rechtstreeks uit de put zuigt. Voor stalmest verzamelen ze het werk tot het de moeite is een mestwagen te huren bij de machinecoöperatie enkele straten verder.
De loonwerker scheidt nu voor het tweede jaar mest een mobiele Slootsmid met een capaciteit van 60 m³/uur. Nederlandse boeren zijn verplicht 50 % van hun overschot te verwerken. “Onze bedoeling was dode momenten op te vullen met het scheiden, maar nu zijn we praktisch alle dagen weg. We hebben zelfs een Joskin Drakkar bijgekocht om de dikke massa af te voeren naar de drogerij. Volgend jaar moeten de twee transportcombinaties uitgerust zijn met een track & trace-systeem, weeral een extra kost. Toch heeft de loonwerker veel nieuwe vrienden gemaakt met de mestscheider.
Tekst en beeld: Tom Govaerts