“Voor show moet je niet bij ons zijn”
Bij T’Jampens zitten de veldwerkzaamheden er zo goed als op. Hier en daar nog een klus met de grondkarren, maar daarnaast is het vooral de grote poetsbeurt die gepaard gaat met een onderhoudsronde die de dagen vult. Op bestelling worden containers en hekwerken gelast, echt maatwerk. Tussendoor maakt Guy de balans van 2018 op. Afhankelijk van het resultaat, bepaalt hij het aankoopbeleid van volgend seizoen.
“Liefde opgedaan bij dealer”
Het is Christian T’Jampens die de basis legde voor wat later zou uitgroeien tot een bloeiend loonbedrijf. Christian had 25 zoogkoeien met bijhorend land. Verder ging de landbouwer buitenshuis werken in de veevoedersector. Zijn werkgever had een boerderij waar Christian de mest weg reed met zijn eigen aalton van 6.000 liter. En dat was lang de rode draad van het verhaal, T’Jampens deed hier en daar een klus met zijn eigen boerenmaterieel.
Het was wachten tot 2003 vooraleer hij op aangeven van zijn zoon Guy bewust investeerde in de grotere werktuigen. Guy werkte op zelfstandige basis als mekanieker bij de plaatselijke Deutz Fahr-dealer. “In mijn jeugdjaren had ik weinig interesse in het gebeuren op onze boerderij. Pas toen ik aan die grotere machines sleutelde, raakte ik gepassioneerd”, klinkt het. “In Drongen stopte een loonwerker. Omdat we toch al maaiden, hooiden en kleine pakjes persten, was de stap naar vierkante balen snel gemaakt.” In de zomer van 2003 kon T’Jampens aan de slag met een occasie Fiat en nieuwe NH-pers. Verder kwam er een wikkelaar, platte wagen en Manitou-verreiker bij.
“Je bent een echte als je hakselt”
In 2005 werd de geldbeugel opengetrokken. T’Jampens investeerde in een tweedehands New Holland FX 450 hakselaar en drie oude Dewa-silagewagens. “Door de 75.000 euro die we uitgaven, voelden we ons echt loonwerker. Het hakselen stak al langer onze ogen uit. Veel boeren beloofden ons dat ze zouden bellen voor de oogst, maar we zijn eerder met mondjesmaat gestart.” Die boost kwam er in 2010 wel door een samenloop van omstandigheden. Twee loonwerkers staakten hun activiteiten en Guy kon de man die in 2003 stopte, overhalen om bij hem het stuur van de hakselaar over te nemen. Bovendien had die nog een klantenportefeuille en bracht hij extra chauffeurs mee die met de kar wilden rijden. “Ik kan er minstens even hard van genieten om het allemaal bezig te zien, dan zelf mee te gaan in de campagne. Meestal ben ik zelf druk bezig met het persen van voordroog.” De firma huurde zelfs een Claas Jaguar 870 bij om alles gedaan te krijgen, enkele maanden later werd die machine definitief bijgekocht.
“Koop nooit nieuwe hakselaar”
Met de komst van een Big Pack in 2009, deed Krone zijn intrede bij T’Jampens. “De dealer zat vlakbij en de machines stonden ons aan, een logische keuze dus.” In 2012 verving de loonwerker twee hakselaars voor één occasie Krone V12 met 10-rijer. “Ik zal nooit een nieuwe kopen. Na drie seizoenen hebben we de V12 vervangen door een Big X 700 van één jaar oud. Dat scheelde 100.000 euro. Daar moet ik veel hectares voor oogsten vooraleer ik dat overhoud.” Dat zelfde jaar schaften Guy en Christian zich een Krone 6XL-opraapwagen aan om de kleinere percelen verder weg op te rapen. Sinds kort krijgen Krone-gebruikers rechtstreeks ondersteuning van de fabriek in Duitsland als er problemen zijn. Wisselstukken bestellen gaat vrij vlot en de koerier levert ze vijf uurtjes later.
Fan van Deutz Fahr
Als mekanieker bij de Deutz-dealer groeide ook de passie voor het merk. Bovendien leerde Guy ze van binnen en van buiten kennen. De eerste Deutz Fahr 165.7 op het bedrijf kwam er in 2005, dat was wennen voor Christian die Case IH gewoon was. Ondertussen heeft de tractor 12.000 uren op de teller en op twee rempompjes na, waren er nog geen mankementen. Momenteel zijn er vijf Deutz- en twee Case IH-tractoren. Een achtste en extra exemplaar zou ten zeerste welkom zijn, wellicht een 7250 TTV Warrior die geposteerd wordt aan de Joskin-gronddumper. De tractoren worden vervangen als er te veel kosten aankomen. De loonwerker beseft dat het dan net een jaar te laat is. Om er zo lang mogelijk van te genieten, zorgt T’Jampens met hulp van zijn machinisten voor een goed onderhoud van zijn machinepark. Momenteel verwarmen ze zich met een warmtekanon, maar in de toekomst wil Guy een extra stuk werkplaats met vloerverwarming en dakisolatie, omdat ze er toch veel tijd spenderen. Guy last vloeistofdichte containers op maat. Hun sterke punt is het inzicht in wat ze maken en hoe ze het zo licht en toch zo sterk mogelijk bouwen. Zelf zijn ze ook niet vies om een cultivator te lassen of om bestaande machines om te bouwen.
Erkend om meststalen te nemen
Twee jaar op rij is er flink geïnvesteerd in het drijfmestgedeelte. T’Jampens reed al met een Dezwaef-tandem van 15,5 m³ waarmee ze ook het grasland injecteren. Sinds vorig jaar kwam daar een Dewa 3-asser bij met een ton van 25 m³. In de herfst komt daar trouwens een silagebak op het chassis te liggen. Omdat het lang nat was dit voorjaar, liepen de wachttijden voor het uitrijden van drijfmest op tot twee weken. Daarom kocht Guy op het laatste moment een jonge tweedehands Joskin die te koop stond bij Vervaet. Een full-option met spuitboom van zeventien meter waar twaalf ketsplaten op staan. Dit geeft een subliem werkbeeld. Een mooie strakke lijn van mest die mooi verdeeld zit over de ganse werkbreedte. Sinds kort is Guy ook bevoegd om mestmonsters te nemen en kocht hij meteen één monsterapparaat. Daarmee zijn ze onafhankelijk en moeten ze niet op andere staalnemers wachten. Voor het spreiden van stalmest is er een Dewa. De loonwerker droomt luidop van een 3-asser in combinatie met een silagebak in het najaar.
Manuele sectieafsluiting
Ploegen is iets wat ze Christian niet mogen afnemen. Dat doet hij met een Steeno-vierschaar die mooi ploegt en waar de onderdelen betaalbaar van zijn. Mais zaait Guy met een Amazone 8-rijer. De trekker is gps-voorbereid, maar hij zit er nog niet op. “Een te grote kost die we niet onmiddellijk kunnen doorrekenen. Ik kan iedere zaai-unit manueel apart bedienen op het scherm. Zeker wanneer ik dorsmais zaai, ben ik daar extra aandachtig voor.”
“Droogte kost ons geld”
Als de financiën het toelaten, komt er een frontmaaier van Krone zodat T’Jampens een zes-metercombinatie heeft volgend jaar. Schudder en hark zijn van dezelfde fabrikant. Hakselen is vooral populair bij de eerste en tweede snede. Daarna winnen de pers en de opraapwagen terrein. Sinds enkele weken kwam er een Krone-dubbeldoelwagen met beweegbare voorwand. Toch is het niet de bedoeling dat de wagen mee rijdt naast de hakselaar. Met de vier Dewa’s raken ze vlotter over de kuil. Voor het maken van vierkante balen zijn er een New Holland en Krone. Omdat Guy zelf in pakken handelt, draaien deze persen vaak overuren. “Helaas kregen we een droge zomer die een streep door onze rekening werd. Ik kocht massa’s plasticfolie die ik niet hoefde te gebruiken. Bovendien liepen we een hoop omzet mis.”
Mais in bollen
Deutz-trekkers met Dewa’s onder de pijp van de Krone, zo ziet de hakseltrein van T’Jampens er uit. Nog een jaar of drie, dan acht Guy de kans groot dat ze opnieuw investeren in een jonge Krone-kneuzer. “Zoals de kaarten er nu bijliggen, zouden we het liefst een 780 aankopen met twaalf rijer. Niet zo zeer dat de mais sneller toe komt aan de kuil, maar puur uit eigen gemak bij het aanmaaien. De Krone-bek doet zijn werk zeer goed, ook in omgevallen mais. Vooral de messen van de bek zijn duur in aankoop, toch heb ik hoge verwachtingen van de nieuwe bek die de fabrikant op de markt brengt. Slecht bij 25 % van de klanten moeten we de kuil vast rijden met onze Manitou. Zodra dat percentage stijgt, denken wij er aan een bulldozer te kopen.”
In 2012 begon de loonwerker met het persen van maisbollen, weliswaar een formaatje met diameter van 90 centimeter om een breder publiek aan te spreken. “De Agronic-pers was betaalbaar in aankoop. Op deze manier hadden we iets te bieden wat niet aanwezig was in de streek. Het is een puzzel om alles te plannen, vaak gaat het maar om enkele hectaren of zelfs minder. De meeste mais die we persen, hakselen we trouwens zelf. Ook andere loonwerkers mogen en kunnen ons hiervoor bellen. Met één verreiker vullen we de installatie, met een Schäfer zetten we de bollen weg.”
Geen topjaar
Momenteel bezoekt Guy zijn klanten en wordt de laatste factuur samen overlopen om te zien of alles juist is. T’Jampens hoopt dat zijn klanten even stipt betalen als hijzelf. Hij probeert zijn schulden binnen de maand af te lossen bij zijn leveranciers. Verder zal hij zijn schuldenlast bij de bank beperken, vandaar dat hij pas beslist aan de hand van het resultaat wat er volgend jaar bijkomt. Een ploeg, maaier en extra trekker staan hoog op het verlanglijstje. Een topjaar was het alleszins niet, toch kan er een feestje af waar de loonwerker zijn chauffeurs wil bedanken voor hun inzet. “Niets is hen te veel en ze doen alsof ze voor hun eigen werken, daar kunnen we niet anders dan respect voor hebben.”
Bedrijfsprofiel
De recent gebouwde loods van loon- en constructiewerken T’Jampens uit het Oost-Vlaamse Vinderhoute, staat in schil contrast met de 18de eeuwse pittoreske hoeve waarin de loonwerker woont. Deze zomer nam Guy (36) het bedrijf helemaal over van zijn vader Christian (61), toch kan Guy nog vaak rekenen op zijn hulp. Tot voor kort waren het enkel agrarische loonwerken die ze uitvoerden, vanaf deze winter worden de activiteiten uitgebreid met grondtransport. Zo worden de arbeidspieken afgevlakt en is er het hele jaar door werkzekerheid voor zijn twee vaste machinisten. T’Jampens investeert mee zodat zij snel in orde zijn met hun rijbewijs CE.De cirkel is rond zou je denken. Helaas is er aan de Gentse binnenstad en haven geen doorkomen aan met grote machines. T’Jampens moet noodgedwongen uitwijken naar het westen. Het merendeel van zijn klanten zijn melkveehouders die binnen de straal van 15 kilometer zitten met uitschieters eens zo ver. Varkensboeren bellen eerder voor het uitrijden van drijfmest, terwijl paardenhouders hun hele grasgebeuren uitbesteden aan Guy. De loonwerker handelt trouwens zelf in hooi en voordroog.
Firma T’Jampens is niet de goedkoopste. “Met een gezond bedrijf willen wij een betrouwbare partner zijn voor onze klanten. Afspraken die we maken, proberen we zo goed mogelijk na te komen.”