In 1958 brachten de Werkhuizen Leon Claeys met de M103 een volledig nieuwe maaidorser op de markt. De M103 was, na de MZ en de M73, de derde maaidorser die het toenmalige familiebedrijf onder impuls van Louis Claeys vervaardigde. De typische afgeronde achterzijde, de trapeziumvormige graantank, de hoge beschermkap van de radiator en de opvallend typische gele kleurstelling zorgden ervoor dat je de M103 vanop grote afstand kon herkennen.
Goede timing
“Grote verdienste van Louis Claeys en zijn team, onder leiding van hoofdingenieur Frans Decoene, was dat de M103 op het juiste moment werd geïntroduceerd. Door zijn dorsmachines had Claeys bij veel loondorsers een sterke reputatie opgebouwd en stond de merknaam Claeys garant voor kwaliteit. Met de voorganger van de M103, de MZ, had Claeys een zelfrijdende maaidorser op de markt gebracht die bewezen had de typische West-Europese graanteelt met lang stro de baas te kunnen.” Aan het woord is Joost Merckx van het gelijknamige mechanisatiebedrijf uit Tielt-Winge. Joost Merckx vertegenwoordigt er de zesde generatie en kent de M103 als geen ander, omdat zijn vader Gilbert Merckx in de jaren vijftig en zestig een hele vloot M103’s in onderhoud had. “Er was zelfs een seizoen dat mijn vader twaalf M103’s verkocht. Eerst reed hij met een potentiële klant naar de fabriek in Zedelgem, waar ze de M103 konden bekijken op de parking van de te leveren maaidorsers ofwel op het eind van de assemblagelijn, want een toonzaal was er toen nog niet. Je moest er wel een hele dag voor uit trekken. Destijds werden de M103’s bij ons bedrijf afgeleverd door een werknemer van de fabriek die via de baan met de maaidorser van Zedelgem naar Tielt-Winge reed. De medewerker werd dan met de auto opgehaald door de Claeys-vertegenwoordiger die hem naar het station van Leuven bracht. Het opstarten van de maaidorser deden we zelf, omdat mijn vader en mijn grootvader Jozef de kennis in huis hadden”, vertelt Joost. “De technische training van de dealers gebeurde aanvankelijk zelfs in de woonkamer van de villa “De Garve”van Louis Claeys die vlakbij de fabriek was gelegen.”
“Aanvankelijk stonden, vooral de kleinere de landbouwers, sceptisch tegenover het maaidorsen. Het gings zelfs zo ver dat de loonwerker aanvankelijk met de M103 enkel maar een beperkt aantal rondgangen omheen het perceel mocht maken. De rest van het perceel werd daarna geoogst door een zelfbinder”, herinnert Joost zich.
ZEDELGEM’S MEEST SUCCESVOLLE MAAIDORSER
De M103 was zeker voor zijn tijd, een betrouwbare en compacte maaidorser waarmee je een hoge capaciteit kon behalen. Een prospectus daterend van 1964 spreekt over een capaciteit van 7 ton per uur. Doordat de motor achter de graantank was geplaatst, de hydraulische stuurinrichting en het goede zicht op het maaibord was het bedieningscomfort stukken beter dan de modellen van de toenmalige concurrentie.
Dank zij het concept, de dorstrommel met een diameter van 60 cm en breedte van 103 cm (vandaar de typeaanduiding M103), de vier steile schudders gemonteerd op kogelllagers en niet op hardhouten blokken zoals bij veel concurrenten en de alternerende zeefkast zorgden ervoor dat de M103 op korte tijd een sterke reputatie opbouwde zowel in binnen- als buitenland. In Duitsland verkocht de toenmalige gigant Fahr, de M103 via het eigen Fahr-dealernetwerk onder de naam Fahr Claeys van 1959 tot 1964 in de gele Claeys-kleur. In Groot-Brittannië werd de M103 dan weer met succes verkocht onder de naam “Bamford Claeys M103 combine” door Bamfords uit Uttoxeter.
Dat de M103 een echt verkoopssucces werd in het buitenland was voor een groot deel te danken aan het feit dat de M103 van bij de introductie kon worden uitgerust met drie verschillende zescilindermotoren van rond de 80 pk, namelijk de watergekoelde Ford Trader 590 E-industriemotor en Perkins P6-motor of de luchtgekoelde Deutz F6L712. De Perkins-motor was vooral erg gewild in Groot-Brittannië en de Deutz-motor in Duitsland. In België en Nederland werden aanvankelijk veel Deutz-motoren gebruikt en daarna werd de Ford-motor populairder.
In 1959 bedroeg de verkoopprijs van de M103 in België 301.260 BEF + 6 % takszegels of omgerekend ruim 8.000 euro.
In 1963 werd de merknaam Claeys vervangen in Clayson na een rechtszaak aangespannen door Claas in Scandinavië. De naam “Claeys” trok fonetisch teveel op die van de Duitse concurrent “Claas”.
De M103 bleef in productie tot in 1967 en in totaal werden er 27.510 stuks van gebouwd. In het laatste productiejaar werden er nog 5.500 stuks van geproduceerd, waardoor de M103 de geschiedenis zal ingaan als Zedelgem’s meest succesvolle maaidorser.
Clayson M103 1965 van Dirk Demeester Wulpen
“Om deze klassieker in stand te houden, moet je er ieder jaar wel iets aan herstellen”De Clayson M103 van Dirk Demeester uit Wulpen (West-Vlaanderen) dateert van 1965. Jaarlijks oogst Dirk er een 10-tal ha wintergerst en wintertarwe mee. Om deze klassieker in stand te houden, moet hij er ieder jaar wel iets aan herstellen. Vorig jaar moest hij de injectieleiding van de Ford-motor vervangen. Gelukkig zijn er op de tweedehandsmarkt nog voldoende wisselstukken voorradig en zorgde de leiding van een Fordson-motor voor de oplossing. “Als je een M103 inzet, moet je er wel je tijd voor nemen. Ik reken dat ik toch vier uur nodig heb om 1 ha wintertarwe met een opbrengst van bijna 9 ton te oogsten. Als je traag rijdt en de zeven inschakelt in functie van het gewas, dorst mijn M103 heel zuiver. Moderne maaidorsers met veel elektronica zullen zeker niet beter dorsen”, vertelt Dirk. Verkopen zal ik hem nooit, want ik wil bij het maaidorsen niet afhankelijk zijn van anderen.”
Claeys M103 1962 van Johan Huyghe Lo
“Mijn M103 dorst zelfs de kleinste graantjes eruit”Ondanks dat de Claeys M103 van Johan Huyghe uit Lo reeds de respectabele leeftijd heeft van 55 jaar, is Johan er nog altijd heel tevreden over. De luchtgekoelde Deutz-motor voldoet nog prima als krachtbron voor het jaarlijkse areaal wintertarwe van 10 à 11 ha. Johan is vooral erg te spreken over de kwaliteit van het gedorste stro dat niet wordt gebroken, maar ook de dorskwaliteit is een sterk punt van de M103. “Mijn Claeys M103 dorst zelfs de kleinste graantjes eruit en er treedt weinig graanverlies op. Tenminste als je de rijsnelheid niet te fel opdrijft. Ik reken voor 1 ha zware wintertarwe met een opbrengst van 10 à 11 ton ruim drie uur en in lichtere wintertarwe twee uur per ha. Door dit ritme, dat misschien niet meer van deze tijd is, verloopt het maaidorsen en de afvoer van het graan veel rustiger. Bovendien is het onderhoud goed uit te voeren. Je kan er zelf goed aan werken en aandrijfriemen zijn nog altijd te verkrijgen. Als we vragen naar een nadeel van de M103, moet Johan even nadenken. “Je kan er niet echt kort mee maaien. Je mag het maaibord niet lager instellen dan 10 cm, want anders krijg je problemen zoals stropen, zeker in een nat gewas met veel groen.”
Dit artikel verscheen eerder in “De Loonwerker 08/2017”, hebt u nog geen abonnement? Surf dan snel naar onze Agroshop!
Tekst: Jan Ebinger Beeld: Jan Ebinger& De oude doos.be