12 januari gaan de deuren van de 10de editie van Agriflanders open. Na 9 edities gaf Annie De Groote de fakkel door aan Gunther De Mey. Naar aanleiding van zijn eerste beurs trok De Loonwerker naar zijn kantoor om zijn verwachtingen te peilen.
Wie is Gunther De Mey?
“Ik ben geboren en getogen in Oost-Vlaanderen. Ik kom niet uit een landbouwersfamilie, al heeft de nicht van mijn vader wel een loonwerkersbedrijf. Zelf heb ik journalistiek gestudeerd. Tijdens mijn opleiding werkte ik op de sportredactie van Het Laatste Nieuws. Eens afgestudeerd kon ik er meteen aan de slag. Omdat de pers echter sociaal gezien niet de beste sector was om in te werken, koos ik op aanraden van mijn ouders voor een job bij de overheid. Daar organiseerde ik eerst seminaries in het kader van het Europees Voorzitterschap van België in 2001 en vervolgens werd ik er verantwoordelijk voor de Europese samenwerkingsprojecten, voornamelijk Interreg. Dat bleek een bijzonder goede leerschool. Ik leerde er organiseren, planningen en begrotingen opstellen, onderhandelen,… Na mijn uren werkte ik ook nog als PR-man voor het wielerteam van Landbouwkrediet. Intussen voelde ik mij minder en minder thuis in de overheidscontext. Gelukkig kon ik op 1 januari 2010 de overstap maken naar de marketing van Landbouwkrediet. Als PR-man organiseerde ik er de beursdeelnames en hield ik mij bezig met de exploitatie van sponsorcontracten. Zo belandde ik plots in de wereld van de landbouw, een omgeving die mij meteen aansprak en waar ik mij thuis voel. In 2014 vervoegde ik het organisatieteam achter Agriflanders en de Werktuigendagen, waar ik begin dit jaar Annie De Groote opvolgde als algemeen coördinator.”
Je hebt geen landbouwachtergrond, voel je dat aan als een mankement?
“Dat ik niet uit een landbouwersfamilie kom, hoeft niet per se een nadeel te zijn. Integendeel, het helpt mij om de zaken neutraal te bekijken. Bovendien is de organisatie van een beurs echt teamwerk. Mijn taak is vooral ervoor te zorgen dat het organisatorische aspect klopt. Voor de technische aspecten kan ik terugvallen op ervaren mensen met kennis van zaken. Agriflanders en Werktuigendagen zijn twee gezonde projecten met een rijke historiek, een heel mooie erfenis! Dat is de verdienste van alle mensen die er zich de voorbije jaren hebben voor ingezet en van Annie De Groote en Marc Botterman in het bijzonder. Het is straf hoeveel werk zij met een heel klein team hebben verzet. Ik wil hen daar uitdrukkelijk voor bedanken. Ik hoop het de komende jaren even goed te kunnen doen. Met de organisatie van nieuwe Agridagen heeft het vernieuwde team alvast zijn eerste grote test doorstaan.”
Agriflanders heeft zijn plaatsje op de beurskalender verworven. Wat maakt de beurs uniek tegenover andere landbouwbeurzen?
“Agriflanders heeft doorheen de jaren een eigen identiteit ontwikkeld: het is de hoogmis van de veeteeltsector. Dat valt meteen op als je de standhouderslijst bekijkt. De toeleveraars uit de veeteelt maken samen met de bedrijven uit de stallenbouw/-inrichting bijna de helft uit van het totale aantal standhouders. Daarnaast zijn ook de veevoederfirma’s sterk vertegenwoordigd en is de mechanisatiesector prominent aanwezig. De zaadfirma’s en een mooi pallet aan diensten maken het plaatje compleet. De veehouder van vandaag vindt op Agriflanders alles wat hij op zijn bedrijf nodig heeft. En dat in een echt Vlaams kader met de typische Vlaamse sfeer en gezelligheid. Wij vinden het belangrijk dat iedereen zich thuis voelt op Agriflanders.”
Agriflanders draagt de stempel van veeteeltbeurs. Blijven machinefans op hun honger zitten?
“Ik wil toch nog even meegeven dat de rol van mechanisatie niet te onderschatten is: de hallen 2 en 3 en het voorste deel van hal 1 zijn volledig ingenomen door de mechanisatiefirma’s. Bijna alle grote merken zijn via het moederhuis of lokale dealers op Agriflanders aanwezig. Gezien we een veeteeltbeurs zijn, vind je bij ons hoofdzakelijk mechanisatie op erfniveau: tractoren, verreikers, karren, voermengwagens,… De grote oogstmachines kom je in principe op Agriflanders niet tegen, maar er staan wel een aantal kleinere akkerbouwmachines en -werktuigen.”
In de wandelgangen horen we wel eens dat er een overaanbod aan beurzen is. Hoe sta jij daar als organisator tegenover?
“Als organisator is het belangrijk om te capteren wat er leeft bij de exposanten en om daar gepast op in te spelen. Toch wil ik die discussie enigszins nuanceren.
Ten eerste denk ik dat de economische conjunctuur hierop een grote invloed heeft. Als de markt het moeilijk heeft, is het logisch dat bedrijven zich de vraag stellen waar ze wel en niet moeten in investeren. Budgetten worden veel kritischer bekeken en vaak wordt er als eerste gesnoeid in marketing en communicatie. Anderen gaan dan net meer investeren in publiciteit wanneer het moeilijk gaat. Ik spreek me niet uit over wat de juiste weg is, maar het lijkt me noodzakelijk om continu te blijven werken aan naambekendheid. Neem nu Coca Cola: iedereen kent het en toch investeert het merk nog steeds in publiciteit.
Ten tweede is deze discussie ook sector gebonden. De roep om minder beurzen klinkt veel luider in de mechanisatiesector dan bijvoorbeeld in de veeteelt of tuinbouw. Ik denk dat de beurskalender voor de mechanisatie meer versnipperd en onevenwichtig is. Maar net daar krijgen we tegenstrijdige signalen: veel firma’s die minder beurzen willen, zijn tegelijk voorstander van kleinere beurzen gericht op een bepaalde deelsector, zoals aardappelen, bieten of de groensector. Op die manier kan je in het najaar aan twee beurzen per maand deelnemen. Zo viel het ons bijvoorbeeld op dat de mechanisatiesector maar liefst twee hallen vulde op de beurs voor de tuinaannemers in Flanders Expo en dit amper twee weken na de demodagen in het park van Laken. Als we minder beurzen willen, moeten we dan niet net meer gaan centraliseren? Verschillende doelpublieken bereiken met één investering is toch meer efficiënt?
Een derde factor is het publiek. Door de versnippering in de mechanisatiebeurzen dreigt er beursmoeheid op te treden. De bezoekers kunnen in bepaalde periodes elke week wel ergens heen, terwijl er op het bedrijf ook gewerkt moet worden en er sociale en familiale verplichtingen zijn. Een overaanbod maakt het minder interessant. Vergelijk het met voetbal: vroeger ging iedereen voor Barcelona tegen Manchester United op het puntje van zijn stoel zitten. Na de invoering van de Champions League krijg je plots zoveel topmatchen op het scherm dat het minder uitzonderlijk en dus minder interessant wordt.
Uiteraard zijn we niet blind voor de realiteit. Naargelang het aantal landbouwers daalt, zal op termijn ook het aantal beurzen afnemen. Ik denk dat dit zal gebeuren via natuurlijke selectie: de bedrijven en het publiek zullen bepalen welke beurzen levensvatbaar zijn. Dat is toch wat gebeurd is in de wereld van de muziekfestivals.”
Heeft de huidige economische sfeer in de sector een impact op de beurs?
“De sfeer op de beurs wordt inderdaad in grote mate bepaald door de economische sfeer. In 2015 trokken heel wat beurzen minder volk en was de sfeer eerder bedrukt. Toch denk ik niet dat dit op Agriflanders het geval zal zijn. In een aantal veeteeltsectoren gaat het net wat beter en Agriflanders is ook altijd een beetje de nieuwjaarsreceptie van de landbouw: iedereen kijkt met volle moed het nieuwe jaar tegemoet.”
Later dit jaar zijn het ook weer de Werktuigendagen. Mogen we daar veranderingen verwachten?
“Het is nog te vroeg om daarover in detail te treden. Ik kan wel al meegeven dat de voorbereidingen zijn gestart. Zo is in samenspraak met de plaatselijke landbouwers het teeltplan opgesteld. Dat plan is vervolgens afgetoetst met een aantal firma’s, bij wie we meteen ook gepolst hebben wat hun wensen en bekommernissen zijn voor de Werktuigendagen 2017. Daarbij vielen twee strekkingen op: sommige firma’s zijn voorstander van meer geleide demo’s in een strak uurschema, terwijl anderen hun machines willen demonstreren aan een potentiële klant wanneer het hun het best uitkomt. Het is nu aan ons om daar de gulden middenweg in te vinden en een aantal initiatieven uit te werken die een meerwaarde kunnen betekenen voor de professionele bezoeker.”
Dit artikel verscheen in De Loonwerker 12/2016. Nog geen abonnement? Surf snel naar de agroshop!
Tekst: Antoon Vanderstraeten – Beeld: Antoon Vanderstraeten & Organisatie