“De deuren gaan open door de overname van de Reesink Groep”
Dennis Nijland is blij met de overname door de Reesink groep. Voor het voortbestaan van Agrometius was het niet noodzakelijk maar het biedt wel perspectief voor de toekomst qua groeimogelijkheden. Nu bekend is dat Agrometius onderdeel uitmaakt van de Reesink groep gaan bepaalde deuren open. Voor klanten, dealers en personeel verandert er eigenlijk niets, ook de diensten en de producten blijven hetzelfde. Nijland startte 12 jaar geleden na zijn studie geodesie als verkoper in de landbouw en werd omtrent besturing voor automatisch rechtrijden in de beginjaren uitgelachen. Nu is het bedrijf Agrometius een belangrijke partner in precisielandbouw en heeft in de Benelux 35 personeelsleden in dienst. De Loonwerker sprak uitgebreid met hem.
-Hoeveel procent loonwerkers maken gebruik van GPS?
“Ik schat dat circa 60% van de akkerbouwers/loonwerkers gebruik maken van GPS. In de veehouderij is dat minder.
–Hoe gaat de Reesink-groep zelf om met het GPS-gegeven?
De bedrijven die vallen onder de Reesink-groep doen alles omtrent serienummers. Agrometius verbindt de trekkers met machines en ontwikkelt daar handige tools en producten voor. Ook op het gebied van werkbonnen bijvoorbeeld. Een chauffeur rijdt een perceel binnen en drukt op de start knop. Vervolgens tikt hij de naam als operator in. Wanneer het werk gereed is, wordt dit afgesloten en m.b.v. connected farm ge-upload naar kantoor. Een administratief medewerker aldaar is verantwoordelijk voor de boekhouding en verstuurt nog dezelfde dag de factuur. Loonbedrijven voorkomen hiermee dat dit proces langer gaat duren, fouten bevat en de rekeningen pas maanden later betaald worden. Het is een kwestie van discipline en aanleren. Verplicht invullen en aansturen is de tip.”
-Is het een gemiste kans dat loonbedrijven (nog) niet investeren in GPS?
“Ja, ik vind van wel. De ‘kop’ moet om bij loonbedrijven. Op gebied van bodem en plant moeten er meer managers komen met agronomie-kennis. Wat doe je in en op de bodem? Die vraag is elke keer wanneer je het perceel oprijdt belangrijk. Loonbedrijven investeren wel voor ca. 15.000,- euro in een auto-pilot systeem maar niet voor ca. 5.000,- euro in precisielandbouw. Daar ligt het geld voor het oprapen. Loonwerkers vinden trekkers en grote machines aantrekkelijker dan achter een computer zitten. Toch ben ik van mening dat ze een vicieuze cirkel moeten doorbreken. Ik ben ervan overtuigd dat het gaat komen. De wetgeving gaat ons hierbij helpen.”
-Wat is dan de ‘nieuwe’ manier van werken?
“Een normale dienst als trekker rijden, machine bedienen en de chauffeur leveren wordt nu doorgerekend aan de klant. Maar advies en maatwerk is extra dienstverlening, daar kun je ook geld voor vragen. Neem een teeltmanager in dienst die gegevens van een perceel in kaart brengt. Deze persoon is een gesprekspartner voor de boeren die voor hetzelfde probleem (hoe krijg ik meer opbrengst van mijn land af) staan. Meer hectares heeft een klant vaak niet beschikbaar. Loonbedrijven betalen wel 3 ton voor een nieuwe machine maar niet in GPS-apparatuur om data te verzamelen voor een betere opbrengst. Deze slag moeten ze nu gaan maken, anders zijn ze te laat. Grotere akkerbouwers zie je dat nu al doen. Met deze werkzaamheden ga je zoveel meer opbrengst van een perceel halen en daar willen boeren wel voor betalen.”
Wilt u het volledige interview met Dennis Nijland lezen? Neem dan vlug een abonnement op De Loonwerker!