Sinds 2016 kunnen landbouwers kiezen uit verschillende maatregelen om te voldoen aan hun verplichting om erosie te bestrijden. De keuzemogelijkheden variëren naargelang de erosiegevoeligheid van het perceel en de teelt. Het geeft landbouwers de mogelijkheid om met eigen expertise in te spelen op de specifieke omstandigheden.
Voor een maximaal effect van teeltmaatregelen als grasbufferstroken en drempels tussen aardappelruggen is een goede uitvoering nodig. Daarom informeert het Departement Landbouw en Visserij hier nog eens over, én zal er dit voorjaar gericht gecontroleerd worden om te verifiëren of aardappeltelers effectief drempels aanlegden op hun sterkst hellende percelen.
Om te voldoen aan de erosiebestrijdingsverplichtingen onder de randvoorwaarden voor inkomenssteun, kiezen landbouwers uit maatregelen ingedeeld in een aantal pakketten en variërend naargelang de erosiegevoeligheid van het perceel en de teelt. Voor een maximaal effect moeten de maatregelen goed uitgevoerd worden. Daarom zet het Departement Landbouw en Visserij twee maatregelen waarbij regelmatig fouten worden vastgesteld nog eens op een rijtje.
Het gaat om de aanleg van drempels tussen aardappelruggen en van grasbufferstroken op de steilste (paars ingekleurde) percelen. Drempels tussen de aardappelruggen zijn steeds verplicht op paars ingekleurde percelen, en een voor de hand liggende keuze op hoog erosiegevoelige (rode) percelen. Er komen controles om te verifiëren dat akkerbouwers de daad bij het woord voegen. Een aandachtspunt bij grasbufferstroken is dat ze tijdig zijn aangelegd zodat het gras van de bufferstrook groot genoeg is om afspoelende bodemdeeltjes te kunnen opvangen. Dit kan enkel werken wanneer de grasbufferstrook in het najaar wordt aangelegd.