Met niet-alledaagse machines timmert Agri Bio-Solutions aan de weg. Eigenaar Martin Heerema heeft ook een duidelijke visie. Hij zoekt naar oplossingen voor een minimale bodembewerking en mechanische onkruidbestrijding, want we moeten de natuurlijk hulpbronnen versterken in plaats van uitputten, is zijn overtuiging. De machines die daarbij passen moeten eenvoudig zijn. “Hoe ingewikkelder de machine hoe meer de bedrijfszekerheid in het gedrang komt.”
In het eerste deel van dit één op één gesprek gingen we in op de ontstaansgeschiedenis en filosofie van Agri Bio Solutions. Vandaag het vervolg, waarbij we nader ingaan op het productportfolio.
De schoffelcultivator met rotor, oftewel de Kvick-Finn. Waar is die geschikt voor?
“In de naam zit eigenlijk ook de oorsprong verscholen. Kweek en Fins. Dit is een oplossing bedacht om lastige onkruiden zoals kweek aan te pakken. Ondanks de zeer ondiepe bewerking zorgt de cultivator en voor dat de onkruiden compleet met wortel uit de grond worden getrokken.”
Ik heb de machine in de praktijk aan het werk gezien. Het ziet er vrij lomp uit.
“Dat klopt wel, maar toch is het een relatief lichte bewerking. Er hoeft ook geen dikke trekker voor. De lompe uitstraling komt omdat er veel grond de lucht in gaat, maar het is echt zeer effectief. De machine wordt ook steeds breder ingezet. Bijvoorbeeld ook voor het verkleinen van groenbemesters of onderzaai onder de mais. Denk bijvoorbeeld ook aan snelle lenterogge. De toepassing is ooit bedacht voor de akkerbouw tegen lastige onkruiden. Inmiddels wordt die ingezet tegen resistente onkruiden zoals Bijvoet, Knolcyperus en de Japanse duizendknoop.”
“Omdat Agri Bio-Solutions nog vrij klein en onbekend is en nog niet overal bij voorbaat wordt uitgenodigd, ben ik soms de verrassing van de dag. Vaak neem ik de Kvick-Finn mee en dan zie je toch veel interesse. De schoffelcultivator draait inmiddels bij akkerbouwers en veehouders, maar bijvoorbeeld ook bij de Kruidenaer in Ettenleur. Bijvoorbeeld als ze wisselen van gewas voor stoppelbewerking, omdat ze het gebruik van chemie willen beperken. Je ziet dat kruiden erg gevoelig zijn en dat restanten van sproeimiddelen voor gewasschade zorgen. Met 3,20 meter rijden ze over de bedden en hebben ze een goed resultaat. Ook de afnemers van landbouwproducten vragen steeds vaker een reductie van spuitmiddelen. Hiervoor is de Kvick-Finn een goed hulpmiddel.”
Van Bionalan bieden jullie twee interessante machines aan. De Selac, een roterende maaier, en de Biola, een gewasrol. Vertel hier eens over.
“Ik pak eerst de Selac. In principe een eenvoudige machine voor selectief maaien. Met de draaiende messen zie je meteen of het goed of fout gaat. Het is een hydraulische machine, die weinig vermogen vraagt. De snelheid van de rotoren kan hydraulisch aangepast worden zodat de schade aan het hoofdgewas beperkt kan worden. De ontwikkeling komt eigenlijk vanuit Frankrijk. Daar worden al veel biologische granen geteeld.
Deze machine is ook geschikt voor planten met meer massa, waardoor je een simpele oplossing hebt voor schieters en opslag. Hij is minder selectief en voorzichtig als de CombCut, maar meer geschikt voor grote hoeveelheden planten. Denk aan melganzenvoet boven cichorei. Bij het demoveld met groenbemesters op de Kollumerwaard zet ik de Selac in voor de bloeibeheersing. Ik zie een enorme potentie. Eigenlijk is de Selac het plan B voor de CombCut. De Selac wordt ook ingezet in natuurgebieden. Prijstechnisch en qua capaciteit is het ook aantrekkelijk.
Dat geldt ook voor de Biola-gewasrol. Die zetten we in voor een efficiënte vertering van groenbemesters. Een snelle, efficiënte oplossing met weinig onderhoud en een lage vermogensbehoefte. Hier zijn we volop mee aan het demonstreren. Een gewasrol is niet uniek, maar een aandrijving door de achterste rol voor een positief hakseleffect wel. Hiermee kneus je groenbemester en rolt ‘m meteen plat. Dit komt de vertering echt ten goede. Ik geloof echt in een rustige vertering, maar de groenbemester moet wel echt stuk zijn. Daar zorgt deze rol voor.”
Groenbemesterteelt wordt steeds professioneler. Merk jij dat ook?
Zeker. Mensen zijn er echt over aan het nadenken en zoeken daar goede machines voor. Dat is weer mijn werk. Ik was zelf de eerste die de Biola heeft gekocht en die heb ik nog steeds. In verhuur mezelf ook af en toe als loonwerker. Dit is dan een hele interessante machine. Niet alleen voor groenbemesters. Met het oog op de oprukkende maisstengelboorder is deze rol echt een uitkomst. Want hoe maak je de stoppels kapot, als je de onderzaai niet te veel wilt kneuzen. Deze rol zorgt er voor dat de stoppel stuk is, maar het gras staat nog. Je hoeft alleen de hef naar beneden te doen en te rijden. Meer niet.
Een klepelmaaier is zeker niet goedkoper. Bovendien kost klepelen meer werk en brandstof. En houd je dan onderzaai intact? Ik denk dat dit misschien wel een interessante loonwerkmachine kan zijn. Het verhaal over de Biola moet nog meer verteld worden, want er staat behoorlijk wat mais in de Benelux.”
Het importeurschap van het Australische Kelly is niet onopgemerkt gebleven. Ik veronderstel dat er veel interesse is voor de Diamond Harrow-kettingschijfeg
“Ja absoluut. Samen met Bionalan is dit inmiddels de basis van het bedrijf. Alhoewel het in mijn ogen de meest interessant machine is, lijdt deze wel onder de prijsverhogingen die de afgelopen tijd zijn ingevoerd. De Kelly ben ik tegengekomen in mijn zoektocht naar een efficiënte mechanische manier van onkruidbestrijding. Met de Kvick-Finn heb ik al zo’n specialistische machine, alleen is tijd en capaciteit wel een ding. Als je deze cultivator curatief wilt inzetten op bijvoorbeeld duist in 250 hectare graan, dan word je stokongelukkig. Hoe kun je daar aan voldoen met een machine die ook eenvoudig is en een minimale bodembewerking heeft? Dan moet je toch naar iets toe zoals Kelly. Tandjes en ganzenvoetje lopen altijd vol. Zelfs bij een ondiepe bewerking in de stoppel met een Kvick-Finn loop je hier op den duur tegenaan. Een ketting eg niet. Niet geheel toevallig is de eerste Kelly naar Luxemburg gegaan, vlak nadat daar het glyfosaat-verbod werd ingesteld. De eerste vier meter variant loopt bij een eindklant in België. In Nederland is een Kelly van vier meter én de eerste zes meter variant afgeleverd.”
“Ik zag het verhaal achter de Kelly in vakblad de Loonwerker voorbij komen. Toen heb ik een mailtje gestuurd en uitgelegd waar naar ik op zoek was. Ik doe me dan ook niet groter voor dan ik ben. Uiteindelijk blijken we heel goed bij elkaar te passen. En er is ontzettend veel interesse. De machine is niet goedkoop, maar wat vaak vergeten wordt dat er super weinig slijtage is, een laag brandstofverbruik en als je een zaaibakje er opzet bespaar je weer een werkgang. Zo kun je de prijs ook weer relativeren. De machine is heel breed inzetbaar. Groenbemester verwerken en zaaien, onkruidbestrijding, grondbewerking, zaaibedbereiding en stoppelbewerking. Het kan allemaal met deze kettingeg.”
Dan zie ik ook nog een Spike Rotoweeder van Ecoweeding staan. Wat zijn dit voor machines?
“Dit zijn ook machines die jarenlang in Australië en Amerika zijn ingezet bij grote akkerbouwers. Ook van die machines waar je de zaterdaghulp gewoon mee op pad kunt sturen. Met de Spike Rotoweeder kun je onkruid wieden en beluchten, ook als een schoffel amper de grond in komt. De werking is heel eenvoudig. Gewoon, hef naar beneden, en rijden. De rotoren hebben schepjes, die de onkruiden in kiemstadium uit de grond scheppen, waarna die afsterven. Veel agrariërs vinden dit doodeng, maar de Spike laat het gewas wel staan omdat die beter geworteld is.
In de sperziebonen rijden we er met een snelheid van vijftien kilometer per uur overheen. Ook dwars door de rij blijven de plantjes staan. We hebben ook een demo gedraaid op de Werktuigendagen in Oudenaarde. Daar was men blij verrast door het resultaat. Men gelooft het niet vanuit een filmpje. Nog een voordeel is dat een dicht geslempte bodem weer wordt opengebroken. Dit bevordert de vochtopname enorm. We zien zelfs een groeivoorsprong op de percelen die we met de Rotoweeder hebben bewerkt.”
Is het assortiment nu compleet?
“Nou, er zijn altijd nog machines en innovaties die heel interessant zijn. Zo zijn er allerlei ontwikkelingen in de landbouw waar soms nog een stukje mechanisatie ontbreekt. Denk bijvoorbeeld aan kruidenrijk grasland. Dit is een tak van sport die steeds meer opbloeit, maar waar ook best nog wel eens iets mislukt. Dit kan voor een deel met andere mechanisatie worden opgelost. Ook ben ik, toen ik nog een mechanisatiebedrijf had, veel bezig geweest met het bouwen of aanpassen van machines. Mocht er een interessant idee ontstaan zou ik dat ook best weer willen oppakken door zelf weer een machine te ontwikkelen. Op dit moment ben ik heel tevreden met de machines in het pakket. Maar ik sta altijd open voor nieuwe ideeën.’’
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Martin de Vries