“We kunnen niet anders dan zuinig omspringen met de centen.”
Op Stille Zaterdag en na 40 dagen neerslag treffen we de broers Verbeke. Het water stond op de akkers, de machines stonden noodgedwongen binnen. Voldoende tijd om hen de pieren uit hun neus te vragen. Na Pasen sloeg het weer eindelijk om zodat ze de voorjaarswerkzaamheden toch konden aanvangen. Het dikke werkboek staat overvol.
Kepermannen
Eind jaren ’50 begonnen de broers Gery en Eric met het plaatsen van hopvelden. Poperinge staat bekend voor de teelt van dit bier ingrediënt. Ze installeerden palen en spanden klimdraden. Mensen die dit beroep uitoefenen worden in de volksmond ‘kepermannen’ genoemd. Geleidelijk ging het duo ook bieten planten, aardappelen rooien en mest voeren. Niet wetende welke impact het later zou hebben, kwam er ook een bandenkraantje bij om te karweien bij boeren. Toch splits het bedrijf wanneer Gery de liefde achterna ging richting Alveringem. Daar startte hij zijn eigen bedrijfje op. Als de ene het druk had, sprongen de broers elkaar bij. Ook de zonen van Eric hielpen mee. John, Gunter en Jeannot trokken in de zomervakantie twee maanden vlas. “Dat was nog eens een tijd”, lacht John. “Op de machines stonden geen cabines. Door ons bruine kleurtje waren we zeer geliefd bij het vrouwvolk. Een rijbewijs hadden we niet, maar er was niemand die daarover kraaide. Tijdens de middagpauze aten we bij de boeren en keken we naar de Ronde van Frankrijk.” Eric was tevens één van de eerste die grote balen stro perste over de grens. Hij startte zijn eigen commerce.
Verbeke & Zn
In 2004 geeft Eric de fakkel door aan zijn zonen. Echt op zijn lauweren rusten doet de 76-jarige Verbeke niet. Hij heeft nog steeds een btw-nummer en voert werken uit met zijn Manitou. Mest, stro, aardappelen en gewikkelde balen laden zijn de voornaamste werkzaamheden die hij uitvoert. Verder bewerkt hij enkele hectaren grond, hoedt hij schapen en runt een bed & breakfast. Ook bij zijn zonen springt hij in als het druk is. Meestal plant Eric dan bieten. Bemoeien doet hij zich niet, het is nu aan zijn kinderen om de zaak verder te zetten. Voor de broers was het toch even wennen. Collega’s waar ze vroeger mee samenwerkten, moesten zij nu zelf commanderen.
Zijn opvolgers lieten er geen gras over groeien en investeerden in nieuwe kantoren. De broers kochten zich in op het industrieterrein van Poperinge. Daar sorteren ze afbraakmateriaal en voeren ze het verder af naar de puinbreker of ijzerhandel. Voor het malen van afbraakpuin doet Verbeke beroep op een externe firma. Het puingranulaat dat copro-gekeurd is, kunnen ze elders gebruiken. Het is alleszins een pak goedkoper dan het af te voeren naar een stortplaats. Recuperatiematerialen zoals mooie hoevestenen houden ze apart om te verkopen. Toch ligt die markt op zijn gat nu de overheid renovatiepremies beloofd.
Heel wat te onderhouden
Bij Verbeke beschikken ze over een 15-tal trekkers, vijftien kranen en zeven vrachtwagens. Op één Case en Landini na zijn het allemaal groene trekkers, waarvan tien Deutz en drie Claas. “Die rode komt van een dealer waar we regelmatig werken uitvoeren. Het ene plezier is het andere waard”, vindt John. “Met Deutz hebben we een eenvoudig degelijk merk in huis. De Claas-trekkers zijn gesofisticeerder, we sturen er niet zomaar iedereen mee weg. Ze draaien kort en liggen hoger van de grond. Een ideaal werkpaard aan de silagewagens.” De loonwerker ruilt ze meestal in om op 8.000 uren. Toch zijn er trekkers bij met 5.000 uren meer op de teller. Ze draaien 75 % van hun loopbaan op de weg. Verbeke heeft nu offerte aangevraagd voor twee Deutz-tractoren van 160 pk.
Wilt u meer lezen over Landbouwwerken Verbeke? Neem dan snel een abonnement op De Loonwerker!