“Trots op wat wij en onze ouders gedurende 50 jaar opgebouwd hebben.”
Peltijn Agri uit Hansbeke mag dit jaar 50 kaarsjes uitblazen. “Iets waar we bijzonder fier op zijn, want loonwerker spelen is niet altijd even evident. Denk maar aan het weer dat durft tegenzitten, pannes die vertraging opleveren, planningen die omgegooid worden en wetgeving die niet bij te houden is. Toch geeft het voldoening een belangrijke schakel te zijn voor onze klanten.”
Fout op het gemeentehuis
Op de oudste silagewagens staat de naam Peltyn, op de recentste vinden we Peltijn Agri terug. Het lijkt wel of we te maken hebben met twee verschillende loonwerkfamilies. Toen oprichter Daniël Peltyn zijn zoon ging aangeven op het gemeentehuis van Nevele hebben ze de puntjes op de “ij” gezet. Daniël kocht in 1965, precies 50 jaar geleden, zijn eerste tractor, pers en maaidorser. Een revolutie die heel wat handenarbeid uitspaarde. Toch investeerde hij twee jaar later in een stationaire dorskast. Er waren vele bussels stro die ‘s winters bij de boer thuis door de machine gingen. De toon was gezet en binnen de kortste keren ging Peltyn graan malen en aardappelen rooien. Ook voor het hakselen van maïs was de loonwerker er als de kippen bij, in 1971 schafte hij een 1-rijÏge Kemper aan. Het enige wat ontbrak was een kraan die er drie jaar later kwam. Daniël was nieuwsgezind, dat bewijst het feit dat hij voor 1980 al maïs dorste met een Braud en datzelfde jaar ronde balen perste. Tony en Lieven deden hun intrede als ze van school af kwamen. Samen namen ze het bedrijf over in 2003. Hoewel Daniel nog regelmatig meedraait, kan hij meer tijd spenderen aan zijn vijftien koebeesten.
Fendt goed maar duur
De loonwerker rijdt met Fendt-trekkers die hij jong occasie aankoopt via zijn dealer. “Het zijn meer dan degelijke trekkers”, zegt Lieven. “Vorig jaar kochten we het nieuwe model 927 en 924 met 4.000 à 5.000 uren op de teller. Nieuw zijn ze enorm duur.” Peltijn heeft nog zes handgeschakelde waarvan twee oerdegelijke 824 die ze niet rap van de hand doen. Tractoren gaan weg als er meer kosten aan komen dan ze waard zijn. Omdat ze zo weinig mogelijk machines willen omhangen, komen er alleen trekpaarden bij.
Op de pakkenpersen na gebeurt het onderhoud door Lieven en enkele chauffeurs. Vier maanden tijd neemt het in beslag om alles na te kijken. Elektronische storingen spoort Peltijn op via de foutcode op de terminal. Met behulp van de handleiding kan hij het juiste wisselstuk bestellen. De ongemakken zijn meestal te wijten aan defecte sensors. De loonwerker heeft een modern uitgeruste werkplaats van 25 op 25 meter met rolbrug en draaibanken. Vorig jaar construeerden de mannen nog een overlaadwagen, nu renoveren ze een platte pakkenwagen.
Te nat voor grondwerken
De grondwerken, goed voor 30 % omzet, komen maar moeizaam op gang door de natte weersomstandigheden. Tony haalt vooral opdrachten binnen bij particulieren en landbouwers. Ze werken zelden als onderaannemer. Er zijn vier kranen waarvan twee Atlas-bandenkranen, één rupskraan van 18 ton en een minigraver van Hitachi. Normaal keren de graafmachines elke dag terug naar de uitvalsbasis. Het grondtransport gebeurt met twee VG-tandems, twee Joskin 3-assers en één 3-asser van het merk Dewa. Op de laatste past eveneens een maïsbak. Vier van hun Fendt-trekkers staan ingeschreven voor dubbel gebruik. Als de seizoenen er aankomen plant Tony minder werkzaamheden, die luxe hebben ze omdat ze voor eigen rekening werken.
“Mestdrukte pas begin maart”
Voor velen begint het mestseizoen 16 februari, bij Peltijn loopt dat het hele jaar. Met vrachtwagen en oplegger voeren ze meerdere dagen per week mest van en naar de verwerking. Injecteren doen ze met Terragator en Record. De zelfrijder gebruikt het bedrijf veeleer bij grote melkveehouders waar het grasland aan de deur ligt. “We hebben gekozen voor een vierwieler omdat die veel stabieler rijdt op de kleine gammele baantjes dan een driewieler”, weet Tony. “Dankzij het hondengangsysteem draait de machine veel korter.” Bij kleinere boeren en percelen die verder van de deur liggen komt de veertien kuubs Record-ton buiten. Voor het bevoorraden van de injecteurs en het spreiden van drijfmest zetten de broers twee Dewa’s en een Dezwaef in van 26 m³. “Omdat we met veel natte percelen zitten zal de drukte nog meevallen half deze maand. Als het weer mee zit zijn we begin maart volop aan de gang. Dan gebruiken we de zelfrijder ook op bouwland.”
Lees meer over deze Loonwerker in Beeld in het februari-nummer van De Loonwerker.