Met niet-alledaagse machines timmert Agri Bio-Solutions aan de weg. Eigenaar Martin Heerema heeft ook een duidelijke visie. Hij zoekt naar oplossingen voor een minimale bodembewerking en mechanische onkruidbestrijding, want we moeten de natuurlijk hulpbronnen versterken in plaats van uitputten, is zijn overtuiging. De machines die daarbij passen moeten eenvoudig zijn. “Hoe ingewikkelder de machine hoe meer de bedrijfszekerheid in het gedrang komt.”
Met CombCut, Kvick-Finn, Bionalan, Kelly en EcoWeeding zitten er bijzondere merken in het assortiment van Agrio Bio Solutions. Wat is de filosofie er achter?
Ik ben altijd opzoek naar een efficiënte manier van onkruidbestrijding. Praktisch zodat iedereen, ook de zaterdagshulp, er mee aan de slag kan. Uitgangspunt voor mij is dat machines simpel moeten zijn. Met een hamer en een knijptang moet je een heel eind komen als er iets kapot gaat. Bij een mechanisch probleem moet ieder mechanisatiebedrijf dit in principe kunnen aanpakken. Niet te veel beperkingen door een keur aan elektronica, tandjes, ganzenvoetjes, noem maar op. Ingewikkelde onderdelen zijn een beperking op de bedrijfszekerheid van een loonwerker of agrariër. Stilstand moet zoveel mogelijk worden beperkt. Specifieke delen heb ik op voorraad, de rest moet bij Kramp of een andere groothandel in onderdelen te verkrijgen zijn.
Daarnaast ben ik opzoek naar oplossingen met een minimale bodembewerking, want ik denk dat we daar naar toe moeten. De regeneratieve landbouw zeg maar, waarbij we natuurlijke hulpbronnen versterken in plaats van uitputten. Het moet een alternatief zijn voor chemicaliën. Nou ben ik geen tegenstander van gewasbeschermingsmiddelen, maar we zien wel dat met chemicaliëngebruik resistenties toenemen. Ook is er een sterke maatschappelijke druk om hier anders naar te kijken. Misschien moeten we dan wel teruggrijpen op de technieken uit de jaren vijftig, die we voor de opkomst van de chemische toepassing in de landbouw gebruikten. Dat zie je ook aan de technieken van deze fabrikanten. Eigenlijk hebben die in de ijskast gelegen. Mijn missie is om die kastdeurtjes weer te openen.”
Begrijp ik goed dat we met de CombCut, de selectieve kamsnijder, ook de oorsprong van Agri Bio-Solutions te pakken hebben?
“Klopt. Op een verjaardag kwam de CombCut ter sprake. In 2014 hebben we, vanuit het mechanisatiebedrijf, twee gekocht en die hadden we eigenlijk zo weer verkocht. Dat was eigenlijk voor de grote omslag in de landbouw, met de revival van mechanische onkruidbestrijding en de opkomst van groenbemesters. Dat ik de twee zo snel verkocht had, verbaasde mij. Hier in het Veenkoloniaal gebied was het vooral groot, groter, grootst. En ook is de onkruiddruk hier hoog. Dus de meeste agrariërs keken mij ook wat raar aan, toen ik met de kamsnijder aan kwam zetten. Toch begon het wel wat te komen, met name bij biologische veehouders die niet meer het grasland wilden scheuren.
Ik besloot om ook naar de Biobeurs in Zwolle te gaan. Daar zag je toch andere mensen en iets triggerde mij. Ik zag daar dat er anders over de landbouw werd gedacht. Helemaal geen geitenwollensokken, maar een overtuiging; ‘wat bereik je er mee met het oog op het bodemleven en organische stof?’ Wat is het verhaal na de bewerking? Ik loop niemand te pushen. Ik en mijn klanten komen bij elkaar. Als na het eerste jaar de resultaten goed zijn en er nul komma nul nawerk is, raak je overtuigd. Ik sta voor de producten. Dat is commercieel gezien een hele andere aanpak.
Toen in 2017 het mechanisatiebedrijf werd overgenomen, paste de CombCut daar minder goed bij. Al vlot kwam de vraag vanuit Zweden of ik de verkoop als zzp’er niet wilde oppakken. Dat sprak mij wel aan, maar van de verkoop van zes of zeven machines per jaar kan ik niet rondkomen. Zo kwam Kvick-Finn in beeld. Grappig is dat daags nadat ik de afspraken had gemaakt voor de verkoop van deze schoffelcultivator in de Benelux, dit merk werd overgenomen door LyckeGård, eigenaar van CombCut. De CombCut is best wel een speciale machine, dus zocht ik ook nog een alternatief voor bredere toepassingen. Zo kwam ik weer bij Bionalan uit.”
Is de biologische sector de doelgroep van Agri Bio-Solutions?
“Eerlijk gezegd heb ik achteraf wel momenten van spijt gehad voor de keuze van de naam, want ik richt me wel degelijk ook op de gangbare sector. Destijds leek het mij slim, maar bio is ook een stempeltje dat je krijgt. Het vertekent ook, want eigenlijk heeft minimale bodembewerking niet alleen met bio te maken. Ook de gangbare landbouwers zijn hard bezig met het stimuleren van het bodemleven, en het omhoog brengen van het organische stofgehalte in de bodem. Dit geldt ook voor mechanische onkruidbestrijding. Ik heb machines die daar bij passen. Destijds was dat mijn motivatie. Achteraf had ik misschien een andere naam moeten kiezen, maar je ziet ook wel een kentering ontstaan waarbij bio en gangbaar steeds dichterbij elkaar komen. Misschien dat het stempeltje ooit wel verdwijnt. Bovendien ligt de oorsprong van de machines in de biologische landbouw. Zo gek is bedrijfsnaam dus nog niet.”
Jullie zitten in Nederland. Wat met België? Loopt alles rechtstreeks of werken jullie ook met dealers?
“Op dit moment werken we rechtstreeks. Onze machines zijn behoorlijk specifiek en daardoor kunnen we een dealer geen grote aantallen beloven. Omdat ons bedrijf nog jong is moesten we ook even bekijken wat de beste strategie zou zijn voor België en Luxemburg. We gaan nu op zoek naar een adviseur die België en Luxemburg en een stuk van Zuid-Nederland voor ons wil behartigen. Ons verhaal is breder dan simpelweg machines verkopen. Het gaat over bodemleven, biologie, groenbemesters, vruchtwisseling en andere dingen die niet zozeer met mechanisatie te maken hebben. Dit past niet altijd bij een mechanisatiebedrijf.”
Zie je verschil tussen een Belgische klant en een Nederlandse?
“Er is weinig verschil tussen een Belgische of een Nederlandse klant. Op dit moment is het belangrijk om te werken aan naamsbekendheid in België. In Nederland is dat al iets verder gevorderd. Mede omdat ik in de startfase veel demonstraties in de regio heb gedaan. Dit wordt dan regelmatig door een regionaal vakblad opgepakt. Belgische klanten zijn zeer professionele vaklieden die ook een duidelijke visie hebben. Ook vanuit de regelgeving worden Belgische landbouwers uitgedaagd om andere methoden te gaan gebruiken. Dit is vergelijkbaar met een Nederlandse landbouwer.”
Is een Belgische klant anders in zijn manier van aankopen?
“Ja, ik vind van wel. Al hebben we nog niet heel veel ervaring in België. Anders dan in Nederland hebben we machines kunnen verkopen zonder demonstraties, maar op proeve van goede werking. Het wederzijdse vertrouwen is hierin heel fijn. Ik heb tot nu toe nog nooit een machine onverkocht weer mee naar huis hoeven nemen.”
Hoe komt een Belgische klant bij jullie terecht? Werken jullie gericht aan herkenbaarheid in België?
“Zoals gezegd ligt hier nog een uitdaging voor ons. Het is voor ons ook belangrijk om een adviseur te vinden die goed bij ons bedrijf past en die snel op reacties en vragen kan reageren. Hierin ligt de basis van een goede en stabiele relatie tussen ons en de klant. We hebben afgelopen jaar ook op de Werktuigendagen gestaan in Oudenaarde. Hier hebben we mogen voelen dat onze machines als zeer interessant worden beschouwd in België. Toch zijn we redelijk passief in het benaderen. Om belangrijke redenen. Een klant die op zoek is naar een specifieke machine komt bij ons terecht. Meestal heeft hij dan al video’s bekeken en folders gelezen. Hij is enthousiast over de machine en ziet de voordelen er zelf al van in. Daarna komt de prijs ter sprake en de uitvoering van de machine. Als dan besloten wordt om een demo te doen, of een aflevering op proeve van goede werking dan hebben we daar allemaal zin in. De klant omdat hij akkoord is met de levering en omdat hij enthousiast is over de machine. En wij omdat we naar een klant toe gaan die er zin in heeft en omdat wij veel vertrouwen hebben in een goede uitkomst van de demo. Dit is wel een unieke manier van verkopen. Hier zijn we ons van bewust. Maar het resulteert tot nu toe in honderd procent tevredenheid. Geen nawerk. Kleine ongemakken worden wederzijds met goodwill opgelost. En de klant heeft zich op geen enkel moment gedwongen gevoeld om een beslissing te nemen.”
Wat is de meerwaarde van jullie machines voor een loonwerker?
“Loonwerkers kunnen zich onderscheiden met onze machines. Uiteindelijk kunnen ze de klant helpen in het reduceren van spuitmiddelen, slim toepassen van groenbemesters, en mechanische onkruidbestrijding. Hoge capaciteit en weinig onderhoud is iets wat de loonwerker zeker zal aanspreken. Vanuit de eerder genoemde kennis over bodemleven, biologie, groenbemesters en vruchtwisselingen in combinatie met onze machines, kan de loonwerker echt iets toevoegen voor de klant.”
Laten we de machines er eens bij pakken. Waar is de CombCut interessant voor?
“Dit is dus een kamsnijder die eigenlijk gemaakt is om onkruiden uit granen en grassen te kammen. Denk aan distels, ridderzuring of herik. Zolang er geen aar in het graan zit kun je door het blad kammen. Doordat je het onkruid onder de top van het gewas afsnijdt, zorgt dit er ook voor dat de fotosynthese van het hoofdgewas toeneemt. De grootste winst is dat het onkruid niet de kans krijgt om uit te zaaien. En in veel gevallen gaat het onkruid door een consequente aanpak toch doodt. Interessant is dat deze machine ook in te zetten is voor bijvoorbeeld aardappelopslag, schieters in bieten of andere onkruiden die boven het gewas uitsteken.
Toch draaien de meeste CombCut machines bij biologische veehouders, die het land niet scheuren maar wel een oplossing willen hebben voor ridderzuring, distels en brandnetels. De machine wordt vaak toegepast als alternatief voor de weilandbloter. Die heeft toch als nadeel dat het hem gras kost. Met de CombCut kun je het maaimoment timen op de beste opbrengst. Het uitzaaien van onkruid kan immers worden voorkomen. Er is wel een aantal loonwerkers dat voor deze kamsnijder kiest, alleen is het nadeel dat de timing best nauw luistert. Hij past daarentegen wel in een totaalpakket van graslandverzorging waarbij het machinepark en de service hierop wordt ingericht.”
Benieuwd naar de overige machines? In deel twee van dit artikel gaan we onder andere verder in op de schoffelcultivator de Kvick-Finn, de Selac en de Diamond Harrow-kettingschijfeg van het Australische Kelly.
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Martin de Vries