In 2014 kondigde Challenger, onderdeel van het Agco concern, de stop aan van de productie van de Terra-Gator zelfrijders om zich volledig te focussen op veldspuiten. Drie jaar later kwam Ploeger op de markt met de Ploeger AT, een driewielige zelfrijder, die vloeibare en vaste mest, vinasse, kalk en kunstmest kan uitrijden. De machine werd deels ontwikkeld door de mensen van Challenger zelf met dezelfde visie in het achterhoofd. Begin februari trok de fabrikant met de vijfwielige vloeibare mest versie van de AT het veld in voor de laatste testen.
De vijfwieler Ploeger-AT was er eigenlijk vanaf het begin al. De reden om deze machine te ontwikkelen was deels capaciteit en deels bodemdruk. Door het gewicht van de gehele machine te verdelen over vijf wielen in plaats van drie wordt het gewicht per band verlaagd. In totaal weegt de vijfwieler +/- 25 ton leeg, Met 20 m³ in de tank weegt de machine 45 ton, dan heeft de machine een gewicht van +/- 9 ton per wiel, bij een lading van 25 m³ komt daar een ton per wiel bij. Het te laden gewicht kan men eenvoudig instellen middels de Ploeger-terminal. De machine is uitgerust met een dubbel stuurbare tandem, door de boogie blijft het gewicht per wiel altijd goed verdeeld. De wielen van het tandem lopen in één spoor. Op nat grasland heeft dit als gevolg dat de vijfwieler geen vervanging is voor de driewieler. Op bouwland heeft een driewieler niet de mogelijkheid met drie wielen net zoveel trekkracht over te brengen als de vijfwieler met vijf wielen. Meer dan de 400 pk van de driewieler kan men mechanisch niet overbrengen op één enkele as zonder dat deze gaat slippen. Door de montage van de tweede as in een gestuurd tandem is het wel mogelijk om de volledige trekkracht van de 550 pk motor over te brengen naar de assen. Ploeger bekijkt de optie om in de toekomst de vijfwieler uit te rusten met hondengang.
De Ploeger AT5105 is uitgerust met een 550 pk sterke Scania zescilinder motor, tegenover de vijfcilinder van 400 pk in de driewieler. De motor is gekoppeld aan een ZF ECCOM 5.0 CVT versnellingsbak. De achterste assen hebben een mechanische aandrijving, het voorwiel wordt hydrostatisch aangedreven zoals bij het kleinere, driewielige broertje. De vijfwieler heeft voldoende remcapaciteit op de achterwielen en heeft dus geen rem in het voorwiel zoals de driewieler. Op de weg haalt de AT5105 een maximale rijsnelheid van 50 km/u, wat sneller is dan de AT4103 die maximaal 42 km/u haalt. Standaard is de machine voorzien van 1050/50R32 banden De achterste assen van de AT5105 zijn stuurassen met een maximale stuuruitslag van 15°. Deze stuurhoek in combinatie met de stuurhoek van 70° van het voorwiel zorgt ervoor dat de machine bijna even kort kan draaien als een driewieler. Hierdoor kan op de kopakker de machine met een 8 meter bemester in één keer draaien, zonder te moeten insteken. Indien de snelheid op het veld boven de 20 km/u, of op de weg boven de 25 km/u, komt, wordt de besturing van het tandem geblokkeerd, zodat de Ploeger ook bij volle snelheid een goede wegligging behoudt.
Het enige verschil op de gehele mestopbouw tussen de drie- en de vijfwieler is de grootte van de tank. Bij een driewieler bedraagt de inhoud van de tank 16 m³, bij de vijfwieler is dit 25 m³. De tanks zijn opgebouwd uit polyester om gewicht te besparen. Daarnaast beschikken beide machines over dezelfde Börger 6 of 9 m³ pomp met het optionele superload-systeem. Ook de zuigarm en hefinrichting is dezelfde opbouw. Door gebruik te maken van een standaard driepunts hefinrichting kunnen de Ploeger machines uitgerust worden met elk type injecteur. De nadruk van Ploeger bij de ontwikkeling van de AT ligt niet op puur mest uitrijden, maar eerder op het idee van de mest toe te dienen op de juiste plaats en met de juiste hoeveelheden. Hiervoor zijn de Ploeger-machines uitgerust met een computergestuurde toedieningsunit. Behalve de LNMS-opbouw voor vloeibare mest kunnen beide machines ook voorzien worden van een opbouw voor vaste mest van Tebbe, een Bredal-kalk of -kunstmeststrooier of een systeem voor vloeibare kunstmest.
Bij de ontwikkeling besteedde de fabrikant veel aandacht aan ergonomie en bedieningsgemak. Beide Ploeger machines zijn uitgerust met een Claas Vista Cab. Het gebruiksgemak uit zich in een duidelijke bediening van de machine waarmee iedereen overweg kan. Zo kan er vlot gewisseld worden tussen ervaren en minder ervaren chauffeurs. De chauffeur hoeft alleen maar te kiezen tussen laden en lossen, aan en uit en bedient de zuigarm. De rest gebeurt automatisch na het ingeven van de juiste instellingen via de touchscreen. Tijdens het werken gebeurt de bediening via een joystick en (draai)knoppen.
Waar het vijf jaar geleden voor Challenger stopte, pikt Ploeger nu de draad terug op. Door de uitgekiende keuze van motoren en aandrijving zoekt het merk zijn plaatsje in de markt van mest-zelfrijders. Van de driewielers zijn er ondertussen een aantal die al de nodige uren op de teller hebben gezet, binnenkort zien we ook de eerste vijfwieler verschijnen.
Tekst & beeld: Michiel Saeyens