De knolcyperus is een invasieve soort, die in de jaren 80 via de gladiolen- en bloembollenteelt zijn intrede maakte in België. Ondertussen is knolcyperus wereldwijd verspreid. De Verenigde Staten, Spanje, Zwitserland, Frankrijk, … geen enkel land of regio blijft gespaard. Dit omwille van de lage bodemkundige eisen en snelle vermeerdering. Om deze reden is het zeer belangrijk dat maximaal wordt ingezet op het knolcyperus vrij houden van niet-aangetaste percelen. En hier speelt de verspreiding van besmette grond via onder andere grondbewerkingswerktuigen een grote rol in. Een nieuw Leader-project in de regio Kempen-Maasland gaat de strijd aan om deze negatieve verspreidingstrend een halt toe te roepen.
Knolcyperus is een onkruid dat op gras lijkt, maar is het zeker niet. Knolcyperus heeft meer weg van een duinplant en kenmerkt zich door een roze voet en driehoekige stengel en bladeren. Het grote gevaar van knolcyperus bestaat uit zijn sterk vermeerderingsvermogen. Het vermeerdert zich namelijk via knollen, uitlopers en zaden welke winterhard zijn. De grootste reden om knolcyperus te bestrijden zijn rendementsverliezen: het landbouwgewas wordt onderdrukt door de weelderige groei van het onkruid, maar ook door groei- en kiemremming op de maisplanten door de wortelexudaten van de knolcyperusplanten.
Genetische varianten zorgen voor moeilijke bestrijding
Een verontrustende tendens is het voorkomen van verschillende genetische varianten van knolcyperus met elk hun typische fysiologische eigenschappen. Zo zijn er varianten met zeer dikke knollen die veel moeilijker te bestrijden zijn door hun grote energiereserves. Andere varianten produceren vele kleine knollen die makkelijker te bestrijden, maar ook te verspreiden zijn. Zo kan op één besmet perceel meerdere knolcyperusvarianten voorkomen die onderling kunnen kruisen en kiemkrachtig zaad produceren. Zo kan de knolcyperussoort zichzelf veredelen en voor nog sterker en moeilijker bestrijdbaar nageslacht zorgen in de toekomst. Dit onderstreept het knolcyperusvrij houden van het perceel!
Bestrijdingsplicht met randvoorwaarden
Vroeger gold er voor knolcyperus een meldingsplicht, maar dat is nu niet meer het geval. Officieel geldt er een bestrijdingsplicht met enkele randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden omvatten voornamelijk maatregelen om de verspreiding van knolcyperus te voorkomen. De IPM-regelgeving voor knolcyperus in België geldt als volgt: besmette percelen moeten als laatste bewerkt worden, machines moeten gereinigd worden bij het verlaten van het perceel, er moet een mechanische of chemische bestrijding toegepast worden en er is een verbod op teelt van wortel, en knolgewassen tenzij verwijdering van praktische alle grond door wassen, afborstelen, sorteren, ziften,…. Daarnaast is het verboden grond af te voeren, tenzij grond bij kluitplanten na controle en in het geval van cultuurpacht wordt tussen verhuurder en huurder een overeenkomst afgesloten waarbij de verhuurder verklaart dat het betrokken perceel vrij is van knolcyperus.
Deze maatregelen hebben voornamelijk als doel het grondtransport (met knollen) te verminderen en de verspreiding zo in de hand houden. Vaak zijn er echter praktische moeilijkheden voor landbouwers of loonwerkers. In geval van loonwerk rijst bovendien de vraag wie dit tijdverlies en de extra kilometers moet vergoeden. Vanuit het standpunt van de landbouwers is de vraag eerder wie de gevolgen van een besmetting door loonwerk moet dragen?
Leader-project
Dit artikel kwam tot stand tijdens het Leader-project inzake het knolcyperusprobleem. Het project steunt op 3 pijlers: Inventarisatie van de met knolcyperus besmette percelen, voorkomen van verspreiding van knolcyperus naar niet-besmette percelen en bestrijden van de aanwezige knollen en knolcyperusplanten
Indien u graag wilt meewerken aan dit project of bij andere vragen kan u altijd Shana Clercx contacteren via shana.clercx@pvl-bocholt.be
Tekst: Shana Clercx