“Mijn missie is dat de precisielandbouw in Europa beter wordt opgenomen”
De wereld verandert in razendsnel tempo, zo ook de land- en tuinbouw. Door middel van sensoren, robots en gps kan er veel preciezer en effectiever worden geproduceerd, om met minder middelen meer te bereiken. Jan Huitema (32) heeft samen met zijn ouders een melkveebedrijf in Makkinga te Friesland en werkt daarnaast sinds 2014 ook in Brussel als Europarlementariër. De Loonwerker sprak met Jan Huitema die zich in het dagelijks leven bezig houdt met de landbouw- en milieupolitiek. Huitema maakt zich sterk voor precisielandbouw. Hij ziet grote kansen en voordelen.
Waarom is precisielandbouw een missie voor u?
“Omdat ik vind dat de landbouw gezien moet worden als een belangrijke oplossing voor de wereldwijde uitdagingen van morgen. De wereldbevolking groeit. Landbouwgrond en grondstoffen worden schaarser. Bovendien hebben we te maken met klimaatverandering. Met andere woorden om de wereldbevolking te blijven voeden met een lagere milieu-impact moeten we meer gaan produceren met minder. Precisielandbouw is één van de instrumenten om dat te behalen.”
Hoe wordt er bij de Europese Unie in Brussel over gedacht?
“Precisielandbouw staat wat dat betreft nog in de kinderschoenen. Iedereen is voor innovatie en ook voor precisielandbouw. Maar ieder land heeft wel zijn zorgen en prioriteiten. Dat verschilt per Europese lidstaat. De Fransen zijn bang dat de werkgelegenheid onder druk komt te staan en de Oost-Europese landen zijn bang dat landen zoals Nederland meer concurrentieel gaan worden en dat zij er geen voordeel bij halen. De milieuorganisaties zijn dan weer sceptisch en vrezen dat de landbouw nog intensiever wordt. In alle drie gevallen denk ik juist dat het tegenovergestelde waar is. Er zullen meer banen worden gecreëerd, ook voor de Oost-Europese landen waar net door het gebruik en toepassing van precisielandbouw grote voordelen te halen zijn. En als laatste voor de milieuorganisaties denk ik juist dat wij de bodem, dieren en planten veel gezonder kunnen maken en houden. De milieu-uitstoot zal juist hierdoor drastisch verminderen.”
Welke uitdagingen zijn er?
“Ik zie duidelijk drie dingen. Ten eerste moeten wet- en regelgeving ruimte laten om innovatieve precisielandbouw te mogen gebruiken. Op Europees niveau worden er allerlei milieueisen afgesproken. Ik vind het belangrijk dat boeren en tuinders zelf mee denken en zelf de verantwoordelijkheid hebben over hoe ze op hun bedrijf het beste de milieudoelstellingen kunnen behalen, in plaats dat we vanuit wetgeving precies voorschrijven wat ze moeten doen. Als we de boeren en tuinders die verantwoordelijkheid geven, verwacht ik dat ze meer gebruik gaan maken van precisielandbouw. Daarnaast is het mogelijk een taak voor de wetgever dat er een bepaalde standaardisatie is. Dat de gegevens uit het veld of de stal met elkaar gecombineerd kunnen worden. Maar ook dat bepaalde precisie-instrumenten en/of trekkers en sensors goed met elkaar communiceren.
“De milieu-uitstoot zal door toepassing van precisielandbouw drastisch verminderen”
De tweede uitdaging is dat boeren en tuinders een inkomen hebben, waarmee ze kunnen investeren in precisielandbouw en er geld beschikbaar is voor onderzoek. Ik zie het als een kans dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid hierin een rol gaat spelen, door de concurrentiepositie van de boer te verbeteren zonder afhankelijk te zijn van inkomenssteun.
Als derde de maatschappelijke acceptatie van precisielandbouw die een heel snelle vlucht gaat maken in de toekomst. Meer techniek, meer verandering. En als we de burgers daar niet goed in meenemen, kan het gebeuren dat men daar bang voor is en men argwanend tegenover precisielandbouw staat. En die zorgen moeten wij vroegtijdig wegnemen.”
Moet er nog wat veranderen in de toekomst op het gebied van de wet- en regelgeving?
“Ik denk dat we Europees gezien ruimte moeten creëren voor de innovatieve toepassingen van morgen. Europese wetgeving gaat vaak over de lange termijn. We spreken nu al over 2030 of nog later. Daarom is het van cruciaal belang dat we in de EU-wetgeving flexibiliteit laten dat als we morgen met nieuwe inzichten komen, deze nieuwe innovaties ook daadwerkelijk gebruikt mogen worden.”
Ziet u in de landbouw voor Oost-Europa ook kansen op het gebied van precisielandbouw?
“Jazeker! In Oost-Europa ziet de landbouw er heel anders uit. Je hebt er naast kleine ook grote landbouwbedrijven. Voor die grote bedrijven, maar zeker ook voor de kleinere agrarische bedrijven is precisielandbouw waardevol en zinvol. Daar ben ik van overtuigd. Kijk bijvoorbeeld naar de Nederlandse melkveehouderij waar ook de kleinere bedrijven investeren in melkrobots. Anderzijds kunnen kleine bedrijven gebruik maken van precisielandbouw door het inschakelen van een loonwerker.”