Hoewel de naam Kuhn nog niet zo lang op ploegen terugkomt zoals bij sommige andere merken, gaat de historie van de Kuhn ploegtechniek wel degelijk terug naar 1863. Jean-François Huard legt in dat jaar de basis voor zijn bedrijf in het Franse Châteaubriant. Tegenwoordig kenmerken de Kuhn Master ploegen zich door een aantal eigenschappen die akkerbouwers en loonwerkers aan zullen spreken.
De huidige 103-serie kwam in 2013 op de markt en gaat nu het vierde seizoen in. De Master 103-serie kent verschillende vooral constructieve verbeteringen ten opzichte van de 102-serie. Zo bestaat het bovenste draaipunt van de wentelcilinder uit een smeedstuk, zijn de lagerbussen tussen ploegkop en ploegframe gewijzigd en is het laswerk van het frame gewijzigd zodat er nu meer pk’s voor kunnen. De Master 153 is leverbaar met 4, 5 of 6 scharen en de 183 heeft 5, 6 of 7 scharen. Bij een schaarpuntsafstand van 102 cm ploegt de 153 30 tot 50 cm per schaar. De 183 heeft een schaarpuntsafstand van 96 cm en ploegt 30 tot 48 cm per schaar. De framehoogte van beide modellen is 80 cm.
Voor gebieden met veel stenen levert Kuhn het optionele hydraulische NSH-systeem. Hiermee kan elk ploeglichaan verticaal maar liefst 70 cm en horizontaal 20 cm uitwijken. Bij de doorontwikkeling van de Master ploegen is veel aandacht besteed aan duurzaamheid en levensduur. Veel onderdelen worden daarvoor in Châteaubriant of in één van de andere Kuhn fabrieken geproduceerd. De ploegristers zijn opgebouwd uit drie lagen van respectievelijk 1,5, 2,3 en 3,3 mm. De 3,3 mm dikke slijtlaag moet leiden tot een 40 procent langere levensduur van de risters.
Lees het complete artikel met verschillende gebruikerservaringen in De Loonwerker van januari.